Den Haag Het wordt voor Nederland makkelijker om illegaal en onveilig vuurwerk van de markt te houden. Staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) tekent vandaag een overeenkomst om de samenwerking tussen Nederlandse en Chinese inspecteurs te verbeteren. Het gaat hierbij om het uitwisselen van informatie over de controle en handhaving tussen Chinese en Nederlandse controleurs. Atsma: “Deze overeenkomst zorgt ervoor dat we beter van elkaar weten wat de regels zijn en misstanden sneller aan kunnen pakken. We willen ervoor zorgen dat er op de Chinese, Nederlandse én Europese markt zo min mogelijk producten terecht komen die gevaarlijk zijn.”
Nederland is een grote importeur van Chinees vuurwerk. In 2010 is via de Rotterdamse haven 30.000 ton Chinees vuurwerk op de Europese markt gekomen. Sinds 2008 is er regelmatig contact tussen Nederland en de Chinese inspectiedienst (AQSIQ) met als doel ‘slecht’ vuurwerk van de markt te houden. Dit heeft geleid tot minder import van bepaalde types illegaal vuurwerk vanuit China zoals lawinepijlen, vlinders en nitraatbommen. De overeenkomst van vandaag moet deze cijfers en het aantal ziekenhuisgewonden nóg verder omlaag brengen. ‘’Vier jaar geleden waren er 1100 mensen die zich bij het ziekenhuis meldden, terwijl het er vorig jaar 710 waren. We zetten ons op verschillende manieren in om dit aantal te verminderen. De afspraken met China zijn daar een goed voorbeeld van’’, aldus Atsma. Naast het aantal slachtoffers is ook het schadebedrag door misbruik van vuurwerk gedaald van 43 miljoen naar 10 miljoen euro. Dit terwijl de vuurwerkhandel tussen NL en China juist is gegroeid naar 75 miljoen in 2010.
De overeenkomst wordt getekend door AQSIQ (Administration of Quality Supervision, Inspection and Quarantine), verantwoordelijk voor de handhaving van de kwaliteit van producten die China in- en uitgaan en de Nederlandse Inspectie, verantwoordelijk voor de milieu en veiligheidseisen die gesteld worden aan producten en goederen die Rotterdam – en daarmee Europa – in- en uitgaan. Door informatie over regels en controle al in een vroeg stadium te delen worden dubbele controles beperkt en is er meer aandacht voor daadwerkelijke overtreders. Hierdoor kan de handel tussen Nederland en China efficiënter verlopen en komen er minder stoffen en producten op de markt die schadelijk zijn. Ook kan het meteen aan China doorgegeven worden als er toch illegaal, verkeerd verpakt of gevaarlijk vuurwerk bij de Nederlandse grens aangetroffen wordt. China kan hierop actie ondernemen in de richting van de fabrikanten.
De overeenkomst zet ook de deur open voor samenwerking op andere terreinen. Atsma: “Er komen steeds meer Europese milieueisen aan bijvoorbeeld energiegerelateerde producten als elektronica. Het merendeel van deze producten wordt in China gemaakt. Ik ben blij dat China en Nederland met elkaar in gesprek zijn om hier de mogelijkheden tot samenwerking verder te verkennen.”.
Foto / Archief persbureau Meter