Den Haag – Op dit moment zijn er 30 schapenbedrijven bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) bekend waar misvormd geboren lammeren zijn aangetroffen. Daarnaast zijn er nog 16 bedrijven die contact hebben opgenomen met de GD omdat zij ook te kampen hebben met verschijnselen die kunnen wijzen op een infectie. Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) heeft inmiddels bij 13 van 27 onderzochte lammeren het Schmallenbergvirus aangetoond. In de monsters van twee misvormde kalveren die zijn onderzocht, is het virus niet aangetroffen.
Dat staat in een brief aan de Tweede Kamer waarmee staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de Tweede Kamer op de hoogte stelt van de actuele ontwikkelingen rond het Schmallenbergvirus. De staatssecretaris heeft op dinsdag 20 december een meldplicht afgekondigd voor misvormde nieuwgeboren herkauwers. De meldplicht geldt ook voor dierenartsen en voor personen die werkzaam zijn in onderzoeksinstellingen. Het doel van de meldplicht is meer te weten te komen over de omvang en de geografische verspreiding van de problemen die worden veroorzaakt door het Schmallenbergvirus.
Op basis van de beschikbare informatie concluderen experts van het RIVM dat overdracht van het virus op mensen niet uitgesloten kan worden maar zeer onwaarschijnlijk is. Eerste gegevens over verwantschap van het Schmallenbergvirus met wel bekende virussen wijzen erop dat dit virus alleen herkauwers treft. Informatie van veterinaire instituten geeft aan dat de piek van de infecties bij dieren in augustus/september heeft plaatsgevonden. In die periode zijn geen ongewone klachten bij mensen geconstateerd. Uit voorzorg wordt aan veehouders, dierenartsen en andere personen die direct contact hebben gehad met afwijkende dieren wel gevraagd om bij ongewone gezondheidsklachten contact op te nemen met de GGD. En zoals altijd geldt de aanbeveling om bij direct contact met dieren de gebruikelijke hygiënemaatregelen in acht te nemen.
Er is op dit moment volgens staatssecretaris Bleker geen aanleiding om ingrijpende maatregelen zoals het ruimen van verdachte of zieke dieren te overwegen. De nu waargenomen verschijnselen zijn het gevolg van een besmetting die al enige maanden geleden heeft plaatsgevonden. De belangrijkste manier waarop virussen die verwant zijn aan het Schmallenbergvirus worden verspreid, is via vectoren (knutten). In deze tijd van het jaar zijn die niet meer actief.
Er wordt maximaal ingezet op de ontwikkeling van een vaccin in samenwerking tussen de onderzoeksinstituten en de farmaceutische industrie, zowel in Nederland als in Duitsland. Desondanks acht de staatssecretaris het mogelijk dat voorafgaand aan de nieuwe periode waarin knutten volgend jaar actief zijn, nog geen vaccin beschikbaar zal zijn.
Foto – Archief Persbureau Meter