Den Haag – Woningcorporaties zijn niet blij met de aanstaande rechten van huurders om hun huis na een jaar te kunnen kopen. Ze zijn bang dat de mooiste en grootste huizen eruit worden gepikt waarna er voor grote gezinnen er een krapte op de huurmarkt onstaat. Huurders van corporatiewoningen krijgen het recht om tegen de marktprijs hun woning te kopen. Daartoe worden woningcorporaties verplicht om minstens driekwart van de woningvoorraad te koop aan te bieden. De ministerraad heeft op voorstel van minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingestemd met een wetsvoorstel dat dit regelt.
Het kabinet geeft met het wetsvoorstel uitvoering aan afspraken uit het regeerakkoord. Het kooprecht vergroot voor de zittende huurders de keuzevrijheid en geeft hen meer zeggenschap en verantwoordelijkheid voor de eigen woon- en leefomgeving.
Het kooprecht geldt voor huurders die minstens een jaar een woning huren bij een corporatie. Corporaties moeten minimaal 75 procent van de woningen beschikbaar stellen voor verkoop. Wel kan de minister van BZK uitzonderingen maken op de aanbiedingsplicht, zoals voor woningen die ingrijpend worden gerenoveerd en voor huisvesting van specifieke doelgroepen (ouderen, studenten en gehandicapten). In bijzondere gevallen kan de minister op verzoek van de corporatie het minimum van 75 procent aan te bieden woningen verlagen.
Het kabinet waarborgt dat corporaties mensen kunnen blijven huisvesten die bijvoorbeeld door hun inkomen of persoonlijke omstandigheden moeilijk aan een passende woning kunnen komen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Foto – Archief Persbureau Mete