Den Haag – 0900-klantenservicenummers mogen geen extra tarief per minuut meer rekenen. Consumenten betalen voortaan of evenveel als voor een gesprek met een gewoon vast nummer, of een vast bedrag voor het hele gesprek.
Dat schrijft minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) in reactie op het verzoek van de Tweede Kamer om de haalbaarheid te onderzoeken de kosten van wachttijd bij telefonische klantenservice gratis te maken. ‘Ik kies voor deze maatregel die de kosten van bellen naar helpdesks voor de consumenten sterk verlaagt, goed uitvoerbaar en handhaafbaar is en bovendien snel kan worden ingevoerd, zodat de consument direct profiteert’, aldus de bewindsman.
Lagere kosten
Het gratis maken van wachttijd zorgt niet voor lagere kosten voor de gemiddelde consument. Gratis wachttijd regelen vergt forse investeringen bij telecomaanbieders en callcenters waar de consument uiteindelijk de rekening van zal moeten betalen.
Een verplichting om de wachttijd alleen voorafgaand aan het gesprek gratis te maken kan eenvoudig worden ontdoken door snel op te nemen en de beller vervolgens opnieuw in de wacht te zetten. Bij gratis wachttijd betaalt de consument na wachttijd alsnog een hoger minuuttarief voor de rest van het telefoongesprek waardoor de totale kosten uiteindelijk vaak hoger uitvallen.
Geen extra kosten meer per minuut
Nu geldt een maximumtarief van 15 cent per minuut voor telefoonnummers van bedrijven waarmee de consument een contract heeft afgesloten, bijvoorbeeld een energieleverancier of de bank. Voortaan mag geen enkel 0900-klantenservicenummer meer per minuut extra kosten in rekening brengen, ook niet voor klantenservicenummers voor consumenten die een eenmalige aankoop hebben gedaan.
Gebonden aan 0900-nummers
‘Consumenten zijn vaak gebonden aan 0900-klantenservicenummers. Zij moeten naar de helpdesk bellen om iets te regelen of een probleem op te lossen met een bedrijf’, zegt minister Verhagen. ‘Door de tarieven voor het gehele gesprek aan te pakken, gaan de totale gesprekskosten omlaag en weten mensen veel beter waar ze aan toe zijn.’
Foto – ARchief Persbureau Meter