ASSEN – Een volledig rookvrije GGZ. Dat is de ambitie wat GGZ Drenthe over drie jaar wil hebben bereikt. Om dat te realiseren heeft de organisatie het project Rookvrij in het leven geroepen. Een actief project om medewerkers, en uiteindelijk patiënten, van het roken af te helpen.
Projectleiders Trijnie Rozema en Lilian Stam hebben als doelstelling om uiteindelijk GGZ Drenthe volledig rookvrij te krijgen. ,,Dit project is gestart vanuit het Nationaal Preventieakkoord wat ondertekent is door GGZ-Nederland. Vanuit die ondertekening zijn wij bezig om werk- en behandelplekken in de organisatie rookvrij te maken’’, vertelt Lilian Stam.
Twee projecten
De beide projectleiders zijn momenteel binnen GGZ Drenthe met twee projecten bezig. Er loopt een traject voor de medewerkers en een apart traject voor de patiënten. ,,Waar wij mee akkoord zijn gegaan is dat wij volledig rookvrij worden. Ons doel is dat wij in 2023 een volledig rookvrije organisatie hebben. Gezien de maatschappelijke situatie lopen wij als GGZ-organisatie heel erg achter, maar juist als psychiatrisch ziekenhuis hebben wij een belangrijke rol in de gezondheid van mensen’, vertelt Trijnie Rozema.
Niet roken tijdens werktijd
Een van die plannen zijn dat per 1 februari 2020 personeelsleden tijdens werktijd niet meer mogen roken. Rozema: ,,Wij zijn een gezondheidsorganisatie en willen de gezondheid bevorderen van onze patiënten. We weten allemaal hoe slecht roken daarin is. Wij vinden dan ook, vooral richting medewerkers, dat we de gezondheidssituatie van onze patiënten moeten optimaliseren. Als personeelsleden willen blijven roken is dat uiteraard hun persoonlijke keuze. Maar op het terrein van de GGZ mogen werknemers per 1 februari niet meer roken. ’’
De projectleiders zijn op verschillende afdelingen met medewerkers over dit onderwerp in gesprek geweest. Rozema: ,,Ondanks dat er collega’s zijn die het moeilijk vinden, omdat ze roken, snappen ze het belang wel. Wij werken met mensen die heel kwetsbaar zijn, die over het algemeen toch eerder sterven dan een gezonde normale Nederlander. En als de patiënt rookt, is die stervenskans nog veel groter. Als je dat uitlegt aan onze medewerkers, dan snappen zij wel dat we daar iets aan moeten doen.’’
Patiënten
Een volgende stap in het project is dat heel GGZ Drenthe rookvrij gaat worden. ,,In een later stadium worden alle behandelafdelingen rookvrij. Hoe dat er uit gaat zien moet nog worden bekeken. Daar zitten nog wat haken en ogen aan. Vooral naar de patiënten die klinisch opgenomen zitten moeten we gaan kijken hoe die geholpen kunnen worden, door bijvoorbeeld te kijken hoe ze de tijd door gaan komen. Wij gaan bij andere ziekenhuizen en klinieken kijken hoe zij dat daar hebben opgelost. Dan kunnen wij dat ook meenemen naar Assen’’, vertelt Rozema.
De projectleiders gaan in de loop van volgend jaar met afdelingen in gesprek wat per afdeling een haalbaar doel is. Stam: ,,Wat wij heel erg proberen uit te dagen richting de afdelingen is; denk met ons mee. Elke afdeling heeft zijn kenmerken waar hij mee te maken heeft. Wij willen graag met de afdelingen in gesprek gaan wat er haalbaar is. Want voor een FPK (Forensisch Psychiatrisch Kliniek) betekent een rookvrije plek weer totaal iets anders dan een open opname afdeling. Het wordt maatwerk. We moeten gaan kijken wat haalbaar is en we moeten kijken wat oplossingen zijn. Ook betrekken wij onze cliëntenraad hierin in. Die zijn ook betrokken in onze klankbordgroep.’’
Andere organisaties
GGZ Drenthe wordt met dit project ondersteunt door onder andere Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en GGZ Nederland. Beide organisaties voeren al langer actie voor een rookvrije GGZ. Vanuit GGZ Nederland is er een projectleider die GGZ-instellingen ondersteunt met dit soort initiatieven. ,,Wij hebben ook contact met GGz Breburg. Zij zijn een van de eerste GGZ-organisaties in Nederland die volledig rookvrij zijn geworden. Vanuit GGz Breburg krijgen wij ook tips en handvaten wat wij weer in de praktijk kunnen brengen’’, aldus Stam.
Uiteindelijk wil GGZ Drenthe in 2023 volledig rookvrij zijn.
Foto/Video – Erik Smit/Persbureau Meter