Den Haag – Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van 1446,60 euro naar 1456,20 euro bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen.
De netto uitkering van AOW’ers zal tussen de 4 en de 7 euro per maand stijgen. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de persoonlijke situatie. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW’er gaat bijvoorbeeld met 5 euro omhoog naar 977,29 euro per maand. Echtparen waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, krijgen in totaal netto bijna 8 euro per maand erbij. Hun gezamenlijke netto-uitkering komt dan uit op 1342,86 euro per maand. Dat is exclusief vakantietoeslag.
Per 1 juni 2011 krijgen ouderen die in Nederland belastingplichtig zijn de MKOB. Deze Mogelijke Koopkrachttegemoetkoming voor Oudere Belastingplichtigen wijzigt niet per 1 juli 2012 en bedraagt 33,65 euro.
De WW, WIA en WAO uitkeringen worden verhoogd met 0,66%. De absolute stijging hangt af van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld van belang hoe hoog het inkomen was voordat zij een uitkering kregen. Voor de berekening van de uitkering geldt bovendien een maximum inkomen; verdient iemand meer dan telt het deel boven dat maximum niet mee bij het bepalen van de hoogte van de uitkering. Dit zogeheten maximumdagloon wordt per 1 juli 2012 vastgesteld op 193,09 euro bruto per dag en op jaarbasis 50.396,49 euro. Het maximum premieloon wordt gedurende het jaar niet aangepast en blijft voor 2012 derhalve 50.064,00 euro. Per dag komt dit uit op 192,55 euro.
AOW
AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gelijk aan de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent. Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen.
Voor gehuwde AOW’ers van wie de partner jonger is dan 65, gelden afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gelijk aan 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 722,74 euro). Deze toeslag komt te vervallen per 1 januari 2015. Als het recht op pensioen al is ingegaan voor 1 februari 1994 dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30 procent.
De uitkeringsbedragen per 1 juli 2012 zijn als volgt: (De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.)
Bruto per maand Bruto vakantie uitkering per maand
Gehuwden € 722,74 € 42,25
Gehuwden met maximale toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1.445,48 € 84,50
Maximale toeslag € 722,74
Ongehuwden € 1.051,98 € 59,16
Ongehuwd met kind tot 18 jaar € 1.334,83 € 76,06
AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994
Gehuwden zonder toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1.051,98 € 59,16
Maximale toeslag € 393,50
Gehuwden met maximale toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1.445,48 € 84,50
De AOW-partnertoeslag bedraagt maximaal 722,74 euro bruto per maand. Hoe hoog de toeslag precies is, hangt af van het huishoudinkomen. Als het huishoudinkomen hoger is dan 162% Bruto WML inclusief vakantiegeld dan wordt de AOW partnertoeslag met 10% verlaagd. Daarnaast wordt een deel van het inkomen van de jongere partner van de toeslag afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid hoger is dan 1302,54 euro heeft de AOW’er helemaal geen recht op toeslag (bij een inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering) vervalt de toeslag bij 722,74 euro bruto per maand).
Hieronder een rekenvoorbeeld:
We gaan uit van een gepensioneerde zonder aanvullend pensioen en een partner met een inkomen van 1000 euro bruto per maand. De eerste 218,43 euro van het partnerinkomen is vrijgesteld. Ook een derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus 1000 euro bruto verdient, telt de eerste 218,43 euro niet mee. Ook is een derde deel van (1000-218,43) 781,57 vrijgesteld, wat uitkomt op 260,52 euro. In totaal is dan 478,95 euro vrijgesteld. Van de toeslag wordt dus 1000-478,95 = 521,05 euro ingehouden. De toeslag bedraagt dan 722,74 – 521,05 = 201,69 euro.
Als het recht op toeslag voor 1 februari 1994 is ingegaan valt de rechthebbende onder een overgangsregeling en bedraagt de toeslag maximaal bruto 393,50 euro. Als de partner meer verdient dan 808,68 euro bruto vervalt de uitkering. Dat geldt ook als de partner een sociale verzekeringsuitkering krijgt die hoger is dan dat bedrag.
De bij deze bruto bedragen behorende netto-uitkeringen zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben.
Netto AOW gehuwden. Als beide partners boven de 65 jaar zijn, krijgen zij dus allebei de uitkering.
1-7-2012 1-1-2012 verschil
per maand € 671,43 € 667,46 € 3,97
vakantietoeslag € 39,26 € 40,39 – € 1,13
Totaal € 710,69 € 707,85 € 2,84
Netto AOW alleenstaanden
1-7-2012 1-1-2012 verschil
per maand € 977,29 € 972,00 € 5,29
vakantietoeslag € 54,96 € 56,55 – € 1,59
Totaal € 1.032,25 € 1.028,55 € 3,70
Deze bedragen verschillen van de door de SVB gepubliceerde bedragen. De SVB hanteert exclusief de vakantietoeslag.
ANW
De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie zij ongehuwd samenwoonden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18 jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een inkomensafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.
De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere).
Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de ANW) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van 30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.
In onderstaand overzicht zijn de bruto ANW bedragen opgenomen. De bedragen zijn weergegeven de tegemoetkoming ANW. Deze bedraagt bruto 15,88 euro per maand.
Bruto per maand Bruto vakantie uitkering per maand
Maximale nabestaandenuitkering € 1.115,09 € 71,21
Halfwezenuitkering € 254,24 € 20,33
Wezenuitkering tot 10 jaar € 356,83 € 22,79
Wezenuitkering van 10
tot 16 jaar € 535,24 € 34,18
Wezenuitkering van 16
tot 21/27 jaar € 713,66 € 45,57
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 juli 2012 omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd.
Per 1 juli 2012 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:
vanaf 23 jaar ten hoogste € 66,95
22 jaar ten hoogste € 56,91
21 jaar ten hoogste € 48,54
20 jaar ten hoogste € 41,17
19 jaar ten hoogste € 35,15
18 jaar ten hoogste € 30,46
Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.
22 jaar € 1,79 bruto per maand
21 jaar € 4,37
20 jaar € 8,87
19 jaar € 14,80
18 jaar € 15,43
Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)
Per 1 juli 2012 worden bestaande uitkeringen verhoogd met 0,66%. De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 juli 2012 wordt het maximumdagloon verhoogd van 191,82 naar 193,09 euro bruto.
Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon.
Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.
De hoogte van de normbedragen per 1 juli 2012 is als volgt vastgesteld:
ZW/WW/WAO/WIA/Wajong bruto per dag*
Gehuwden € 66,95
Alleenstaande ouders € 62,91
Alleenstaanden:
vanaf 23 jaar € 50,51
22 jaar € 39,87
21 jaar € 33,57
20 jaar € 28,01
19 jaar € 23,53
18 jaar € 20,18
*exclusief vakantietoeslag
Premiepercentages per 1-1-2012 (ongewijzigd per 1 juli):
Premiepercentages 2011 2012 verschil
AOW 17,90 17,90 0,00
ANW 1,10 1,10 0,00
AWBZ 12,15 12,15 0,00
a) WAO/WIA-basispremie (Aof) 5,10 5,05 -0,05
WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas) 0,62 0,55 -0,07
b) Awf-werkgevers-premie 4,20 4,55 0,35
Awf-werknemers-premie 0,00 0,00 0,00
c) ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers 7,75 7,10 -0,65
UFO-premie 0,78 0,78 0,00
UFO-premie ERD ZW 0,72 0,72 0,00
d) Sectorpremie gemiddeld 1,90 2,27 0,37
e) Werkgeversbijdrage kinderopvang 0,34 0,50 0,16
Bedragen in euro’s
Max. premieloon werknemersverzekeringen per jaar 49.297 50.064 767
f) Max. premieloon ZVW per jaar 33.427 50.064 16.637
Franchise Awf-premie per jaar 16.965 17.229 264
a) De verlaging van de Aof-premie maakt onderdeel uit van het werkgeverspakket waartoe het kabinet heeft besloten (Miljoenennota 2012, p. 72).
b)De verhoging van de Awf-premie wordt grotendeels verklaard door compensatie van het voordeel dat werkgevers ondervinden van afschaffing van de spaarloonregeling.
c)Om het koopkrachtbeeld van lage inkomens te verbeteren is besloten het maximum premieloon in de ZVW te verhogen (zie ook f) onder gelijktijdige verlaging van het premiepercentage.
d) De gemiddelde (lastendekkende) sectorfondspremie is 0,37%-punt hoger vastgesteld dan in 2011. De verhoging is beperkt door de verlenging van de inlooptermijn van vermogenstekorten. De gepresenteerde premie betreft een (gewogen) gemiddelde. Door bijstellingen in de loonsommen van sectoren is het gewogen gemiddelde voor 2011 inmiddels bijgesteld naar 1,84%.
e)Besloten is de werkgeversbijdrage kinderopvang te verhogen, zodat werkgevers vanaf 2012 zoals aanvankelijk bedoeld één derde deel van de kosten van kinderopvang dragen.
f)Ter verbetering van het koopkrachtbeeld van lage inkomens is besloten de premiegrens in de ZVW te verhogen onder verlaging van het premiepercentage. Deze maatregel was reeds onderdeel van het wetsvoorstel Uniformering Loonbegrip en wordt hiermee eerder ingevoerd.
Foto – Archief Persbureau Meter