Stroe – Bij een ongeval in de nacht van 7 op 8 september van dit jaar kwam op de A1 bij Stroe een 40-jarige Deventernaar om het leven. De man werd door omstandigheden pas na drie dagen gevonden. Het onderzoek naar het verkeersongeval met dodelijke afloop is afgerond.
Eén van de conclusies is dat het ongeval met hoge snelheid moet hebben plaatsgevonden. Maar ook misverstanden in de communicatie tussen melders en meldkamer hebben een rol gespeeld.
De eerste melding van het ongeval werd gedaan door een getuige, die die bewuste nacht omstreeks kwart over één had gezien dat er op de A1 bij Stroe een auto van de weg was geraakt. Uit onderzoek bleek dat bij de eerste melding verwarring was ontstaan over de plaats van het ongeval. Een gevolg daarvan was dat de aangestuurde hulpdiensten ook niet naar de juiste plek werden gestuurd.
Links of rechts?
Zo was een misverstand ontstaan op welke rijbaan het gebeurd moest zijn: in plaats van het traject van Apeldoorn richting Amersfoort was uitgegaan van de andere rijbaan. Aanleiding tot de verwarring had te maken met de termen ‘links’ en ‘rechts’, zoals die door de wegbeheerder worden gebruikt. Door de melder was desgevraagd aan de meldkamer geantwoord dat hij op de rechterbaan reed, zoals gebruikelijk. De term ‘rechts’ zoals door de wegbeheerder bedoeld is echter het traject van Amersfoort richting Apeldoorn. Het ongeval was, zoals later bleek, op de ‘linker’ baan gebeurd: het traject van Apeldoorn richting Amersfoort.
Hectometerpaal
Het uitgangspunt van het traject bleek ook funest voor het bepalen van de aanduiding aan de hand van de hectometerpaal. Daardoor was een afwijking ontstaan van vier kilometer ten opzichte van de feitelijke plaats van het ongeval. Om elk toeval uit te sluiten was door de hulpdiensten (zes surveillances van de politie) zowel het ene traject als het andere traject afgezocht, alleen met als uitgangspunt de verkeerde hectometrage op een afstand van, zoals gezegd, bijna vier kilometer van de feitelijke ongevalslocatie. Ondanks deze afwijking hebben de surveillance-eenheden ook gezocht ter hoogte van de plaats waar de auto later werd aangetroffen, maar op dat moment nog zonder resultaat.
Andere factoren
Daarnaast speelden nog andere factoren mee die het zoeken naar de auto bemoeilijkten. Zo lag het wrak in een lager gelegen talud achter ter plaatse zeer dicht begroeid struikgewas. Door de kracht van het ongeval bleek de accu uit het motorcompartiment te zijn geslingerd en was de ingeschakelde verlichting niet meer van stroom voorzien en dus niet meer zichtbaar. Twee andere details: een weggeslingerde kentekenplaat lag met het reflecterende gedeelte de verkeerde kant op e
Foto – via politie.nl