Den Haag – Het experiment “Perspectief” dat anderhalf jaar in 20 gemeenten is gedaan om uitgeprocedeerde alleenstaande jongere asielzoekers te stimuleren terug te keren naar hun land van herkomst of alsnog aan een verblijfsvergunning te helpen en zo illegaliteit te voorkomen, was geen succes. Minister Leers (Immigratie en Asiel) zal daarom niet opnieuw geld steken in de gemeentelijke steunpunten voor deze – inmiddels volwassen – jongeren, na de 5 miljoen die eraan is besteed. Ook wil hij niet dat gemeenten nog langer opvang bieden aan mensen die Nederland moeten verlaten.
Die conclusie trekt Leers uit een evaluatierapport over het experiment dat hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De evaluatie is uitgevoerd door het CVO, in opdracht van het WODC.
“Perspectief” was bedoeld voor uitgeprocedeerde asielzoekers die inmiddels volwassen zijn, maar vóór hun 18e zonder ouders naar Nederland kwamen en asiel vroegen (alleenstaande minderjarige vreemdelingen, amv’s). De gemiddelde leeftijd bij de start van het experiment was 22 jaar. Vrijwel allemaal hadden zij meerdere afgewezen procedures voor een verblijfsvergunning achter de rug, inclusief uitspraken van rechters daarover in beroep en hoger beroep.
In het experiment werd door de gemeentelijke steunpunten geprobeerd om de ex-amv’s te stimuleren terug te gaan naar hun land van herkomst. Daarnaast werd gekeken of zij alsnog een verblijfsvergunning konden krijgen als er daarvoor nieuwe redenen zouden zijn. De vertrouwenspersonen die vanuit de gemeentelijke steunpunten de ex-amv’s begeleidden, vormden de spil in het geheel. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) boden in het experiment ruimte aan de gemeentelijke steunpunten; die konden een beroep doen op de IND voor snelle beslissingen over verblijfsvergunningen en op de DT&V om terugkeer te regelen en ondersteuning te bieden. De Vreemdelingenpolitie was terughoudend bij het in vreemdelingenbewaring nemen van deelnemers.
Resultaten vallen tegen
Op verzoek van de gemeenten en de Tweede Kamer is een zo goed mogelijke vergelijking gemaakt tussen de resultaten van het experiment Perspectief en van het werk van de Dienst Terugkeer en Vertrek.
Resultaten
(zie noot)
Experiment Perspectief
Dienst Terugkeer en Vertrek
Aantoonbaar vertrek
3 % (21)
14% (160)
Zelfstandig vertrek zonder toezicht
12% (87)
35% (400)
Vergunningverlening
15% (107)
8% (90)
Uitstroom om andere redenen
5% (35)
17% (190)
Nog in begeleiding
65% (473)
26% (300)
Totaal vreemdelingen
733
1140
Naast de verschillen in “aantoonbaar vertrek” en “vergunningverlening” (in Perspectief opgeteld 18 procent), valt vooral het grote aantal mensen op dat in het experiment nog steeds in begeleiding zit (65 procent). Bijna tweederde van de deelnemers heeft ook na intensieve begeleiding van anderhalf jaar nog geen zicht op een duidelijk toekomstperspectief (of verblijfsvergunning, of vertrek). Weliswaar is het aantal deelnemers dat met onbekende bestemming is vertrokken beperkt gebleven, maar zonder dat dit duidelijkheid voor hun toekomst heeft opgeleverd.
Gezien deze beperkte resultaten wil minister Leers er geen geld meer in steken. Ook wil hij dat gemeenten niet langer valse hoop aan uitgeprocedeerde asielzoekers bieden door langdurig begeleiding te geven. Gemeenten kunnen de dossiers van de deelnemers aan het experiment aanmelden bij de Dienst Terugkeer en Vertrek. Die heeft de taak uitgeprocedeerde asielzoekers te ondersteunen bij hun vrijwillige terugkeer, of zorgt desnoods voor gedwongen uitzetting.
Jongeren uit het experiment krijgen nu opvang, gericht op hun terugkeer naar het land van herkomst. Dat kan zijn in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL, Ter Apel of Vught), op een gezinslocatie als het over mensen met kinderen gaat, of in een asielzoekerscentrum.
Het Rijk gaf 3,75 miljoen euro subsidie aan de 20 gemeentelijke steunpunten; de gemeenten zelf staken 1,25 miljoen euro in het experiment.
Foto – Archief Persbureau Meter