Den Haag – De AOW-leeftijd wordt gekoppeld aan de levensverwachting en gaat in 2020 omhoog van 65 naar 66 jaar. In 2025 gaat de AOW-leeftijd daardoor naar verwachting verder omhoog naar 67 jaar. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. In het wetsvoorstel is een deel van de afspraken uitgewerkt die het kabinet in juni in het pensioenakkoord heeft gemaakt met werkgevers en werknemers. Het AOW-pensioen is de basis van ieder pensioen en wordt door de overheid geregeld.
De fiscale regels voor het opbouwen van aanvullend pensioen worden in lijn gebracht met de verhoging van de pensioenleeftijd. Vanaf 2013 gaat de richtleeftijd van dit zogenoemde ‘Witteveenkader’ omhoog naar 66 jaar. De fiscale ondersteuning geldt daarmee voor een langere periode. Voor het aanvullend pensioen dat mensen vanaf 2013 opbouwen. Bestaande pensioenaanspraken worden hierdoor niet aangetast. De aanvullende pensioenen zelf zijn een zaak van werkgevers en werknemers, de overheid bepaalt de fiscale randvoorwaarden.
Het kabinet heeft op 10 juni 2011 met de werkgeversorganisaties en vakbonden, verenigd in de Stichting van de Arbeid, overeenstemming bereikt over de toekomst van het pensioenstelsel en maatregelen gericht op het langer gezond kunnen doorwerken. De afspraken zijn nodig voor het behoud van een goede oudedagsvoorziening voor jong en oud. De beroepsbevolking krimpt en er komen steeds meer 65-plussers. Langer doorwerken is noodzakelijk om de AOW en het aanvullend pensioen voor de toekomst veilig te stellen.
AOW-uitkering vanaf 2013 extra omhoog
De AOW-uitkering gaat als gevolg van de afspraken in het Pensioenakkoord vanaf 2013 tot en met 2028 extra omhoog met 0,6 procent per jaar. Dit komt bovenop de standaard indexatie van het AOW-bedrag. Deze extra verhoging wordt gefinancierd door de geleidelijke afbouw van de Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB) en de ouderenkorting.
De extra verhoging is bedoeld om de pijn te verzachten voor mensen die ervoor kiezen toch eerder te stoppen met werken; hun AOW-pensioen wordt namelijk 6,5 procent gekort. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die op jonge leeftijd zijn begonnen met werken of in een zwaar beroep werken. Minister Kamp heeft voor mensen met een laag inkomen, in overleg met sociale partners en de Tweede Kamer, nog enkele aanvullende financiële maatregelen genomen. In de brief ‘Vitaliteitspakket’ die op 30 september 2011 naar de Kamer is gestuurd zijn deze maatregelen nader uitgewerkt.
Om doorwerken na 65 jaar te stimuleren kunnen mensen na 1 januari 2013 zelf kiezen of ze hun AOW op 65 jaar laten ingaan of later. Voor elk jaar dat de AOW later ingaat, wordt deze de gehele AOW-periode 6,5 procent hoger. Mensen kunnen hun AOW straks maximaal 5 jaar later laten ingaan.
Onderzoeken aantal aspecten aanvullend pensioen
Het wetsvoorstel dat Kamp nu heeft ingediend is de uitwerking van het pensioenakkoord voor wat betreft de AOW. Er lopen nog onderzoeken naar een aantal aspecten van de aanvullende pensioenen. Daarover zullen het kabinet, de sociale partners en externe deskundigen naar verwachting begin 2012 duidelijkheid verschaffen. Het kabinet neemt daar vervolgens een besluit over dat in wetgeving wordt omgezet.