Regering scherpt de bijstand aan

Den Haag – Meer mensen uit de bijstand en aan het werk is een belangrijke opdracht van dit kabinet. In de bijstand moet de vangnetfunctie van de Wet Werk en Bijstand (WWB) weer voorop staan. Het kabinet scherpt de verplichtingen aan voor uitkeringsgerechtigden om op zoek te gaan naar een baan. Ook worden maatregelen genomen om te voorkomen dat de bijstand hoger wordt dan het minimumloon.

Veel mensen die (gedeeltelijk) kunnen werken ontvangen soms jarenlang een uitkering en zijn niet actief op de arbeidsmarkt. De economische crisis en oplopende begrotingstekorten dwingen het kabinet tot een hervorming van de bijstand. Uitgangspunt is dat wie kan werken ook moet werken en dat werk moet lonen. De ministerraad heeft op voorstel van staatsecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met aanscherping van de WWB. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de afspraken uit het regeer- en gedoogakkoord. De belangrijkste maatregelen zijn:

● Minimumloon hoger dan bijstand. Door maatregelen van het vorige kabinet (afbouw dubbele heffingskorting voor kostwinners) stijgt de bijstandsuitkering inmiddels harder dan het netto minimumloon. Zonder maatregelen is vanaf 2018 de netto bijstand voor een stel dat niet werkt hoger dan de netto inkomsten van een werkende kostwinner die het minimumloon verdient. Dit vindt het kabinet ongewenst en daarom wordt de dubbele heffingskorting voor bijstandsgerechtigden ook afgeschaft.

● Baanzoekplicht voor jongeren. Jongeren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het vinden van een baan of opleiding. Het kabinet wil jongeren aan het werk of op school zien. Daarom moeten jongeren tot 27 jaar eerst vier weken zelf actief op zoek gaan naar werk en een opleiding voordat een uitkering of ondersteuning kan worden aangevraagd.

● Tegenprestatie voor een uitkering. Van mensen die een beroep doen op de solidariteit van de samenleving en een uitkering ontvangen, mag een tegenprestatie worden gevraagd. Gemeenten krijgen ruimere mogelijkheden op dit gebied. De tegenprestatie mag kansen op werk niet in de weg staan.

● Scherpere inkomensnorm voor gezinsbijstand. Uitgangspunt van het kabinet is dat bijstand het laatste vangnet is en dat iedereen zelf zoveel mogelijk in zijn inkomen voorziet. Wanneer dat echt niet kan, is er bijstand mogelijk die aanvult tot het sociaal minimum. De bijstand voor gezinnen wordt aangepast. Zowel de ouders als inwonende meerderjarige kinderen moeten er alles aan doen om een baan te vinden. Ouders en inwonende kinderen moeten straks gezamenlijk één uitkering aanvragen. Er wordt dan niet meer alleen gekeken naar de inkomsten van de ouders onderling, maar ook naar die van inwonende kinderen, het huishoudinkomen.

● Alleenstaande ouders sneller aan het werk. Alleenstaande bijstandouders met kinderen onder de vijf jaar kunnen momenteel op verzoek een ontheffing krijgen van de plicht om te solliciteren. Het kabinet schaft deze ontheffing af, omdat werk boven inkomen gaat. Lange afwezigheid op de arbeidsmarkt werkt doorgaans nadelig op de kans op werk. Om werken te stimuleren, mogen alleenstaande ouders meer bijverdienen, zonder dat de uitkering gekort wordt.

● Normering gemeentelijk inkomensbeleid. Het kabinet stelt één centrale inkomensgrens. Alleen aan de hand van individuele omstandigheden hebben gemeenten de mogelijkheid om maatwerk te leveren en extra inkomensondersteuning te geven.

● Minder lang in het buitenland met behoud bijstand. De bijstand is een vangnet voor de bestaanskosten in Nederland en daarom moeten mensen in Nederland wonen én verblijven om recht op bijstand te hebben. Het kabinet heeft besloten dat mensen met een bijstandsuitkering die tijdelijk geen werk hoeven te zoeken voortaan maximaal vier weken per jaar naar het buitenland mogen. Nu is dat nog dertien weken. Door de termijn te verkorten houden deze mensen de noodzakelijke band met de arbeidsmarkt. Voor mensen van 65 jaar en ouder wordt de termijn teruggebracht van 26 weken per jaar naar maximaal acht weken per jaar.

De genoemde wijzigingen zijn in twee wetsvoorstellen uitgewerkt. De ministerraad heeft ermee ingestemd de wetsvoorstellen voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van de wetsvoorstellen en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.