Den Haag – De dreiging van digitale aanvallen tegen elektronische netwerken in ons land is groot en het aantal aanvallen zal toenemen. Het is daarom van belang dat essentiële systemen deugdelijk worden beveiligd en dat spionage en uitval van systemen op grote schaal kunnen worden voorkomen.
Dat constateert de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in zijn jaarverslag over 2010.
De dienst heeft in 2010 een aantal digitale spionageaanvallen onderkend en de relevante partijen hierover geïnformeerd. De AIVD heeft een analysemethode ontwikkeld die bedrijven en overheden helpt de weerstand tegen deze dreiging te verhogen.
De dienst stelt in het jaarverslag ook vast dat bedrijven, instellingen en overheden zich niet altijd voldoende bewust zijn van de waarde van informatie waarover zij beschikken. Zij overschatten de veiligheid van technische toepassingen als laptops en smartphones die zij in hun dagelijks werk gebruiken. Uitwisseling van gevoelige informatie over de telefoon of via e-mail vormt altijd een risico, mede omdat dergelijke communicatie via knooppunten in het buitenland kan lopen.
Ook worden e-mailberichten van mobiele systemen als laptops en smartphones soms tijdelijk op buitenlandse servers opgeslagen. Buitenlandse inlichtingendiensten maken graag gebruik van dergelijke kansen. De AIVD werkt samen met overheid en bedrijfsleven, onder meer binnen het kader van de Nationale Cyber Security Strategie, om Nederland hiertegen te beschermen.
Spionage
In het jaarverslag staat dat buitenlandse inlichtingenofficieren – onder meer uit China – belangstelling tonen voor Nederlandse bedrijven en Nederlandse hightechbedrijven. In 2010 heeft de AIVD ook verschillende vormen van Russische inlichtingenactiviteiten waargenomen. De dienst heeft de betrokken bedrijven gewaarschuwd en waar mogelijk spionageactiviteiten gefrustreerd. Samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie is een programma opgezet om de betrokken sectoren te waarschuwen.
Beïnvloeding
Buitenlandse veiligheidsdiensten hadden ook in 2010 onverminderd aandacht voor de diverse migrantengemeenschappen in ons land. Deze aandacht blijkt niet alleen uit openlijke beïnvloedingspogingen, maar ook uit de heimelijke wijze waarop buitenlandse overheden de betreffende gemeenschappen proberen in kaart te brengen en invloed op ze uit te oefenen. De dienst informeert zoveel mogelijk belanghebbenden en samenwerkingspartners om te voorkomen dat de rechten van Nederlandse ingezetenen worden aangetast.
Inlichtingen buitenland
De AIVD verzamelt over het buitenland inlichtingen ten behoeve van de Nederlandse regering. De recente ontwikkelingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zijn van groot belang voor de Nederlandse regering en hebben geleid tot een intensivering op dit taakgebied van de AIVD.
Terrorisme
De dienst gaf in 2010 prioriteit aan het tijdig onderkennen van jihadistisch-terroristische dreiging vanuit internationaal opererende, terroristische groepen. Deze dreiging heeft vooral zijn oorsprong in het Afghaans-Pakistaanse grensgebied. De dreiging tegen Europa als geheel is in 2010 toegenomen, zo blijkt uit diverse signalen. Dat geldt ook voor de dreiging tegen ons land, al is die nog steeds minder groot dan in enkele omringende Europese landen.
Het internet speelt een grote rol in de dreiging die zich tegen het Westen manifesteert. Deze rol bestaat niet alleen uit de verspreiding van jihadistische propaganda, maar ook uit netwerkvorming en rekrutering van strijders, facilitering van de jihadgang en het plannen van aanslagen.
Radicalisering
De AIVD had ook in 2010 aandacht voor radicale en ultra-orthodoxe islamitische bewegingen die in potentie een bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde. Voorbeelden daarvan zijn de Moslimbroederschap, de Tablighi Jamaat, Hizb ut-Tahrir en de salafitische beweging. Van deze bewegingen kan in potentie en op termijn een dreiging uitgaan voor de democratische rechtsorde, maar vooralsnog zijn het relatief kleine bewegingen en de weerstand van de Nederlandse (moslim)bevolking tegen radicalisering is hoog.
Extremisme
Dierenrechtenextremisten wisselen onder meer informatie uit, kondigen acties aan en publiceren de gegevens van ‘foute’ bedrijven via internet. Toch is sprake van een teruggang van activiteiten van dierenrechtenextremisten in aantal en intensiteit. Het optreden van de Nederlandse overheid heeft hieraan mede bijgedragen. Zo is er in 2010 veel gedaan aan preventie en aan internationale samenwerking om dit fenomeen het hoofd te kunnen bieden. Deze vorm van extremisme kent een onverminderd sterke internationale dimensie.
Dat laatste is ook het geval bij asielextremisme. Het afgelopen jaar werd opnieuw gekenmerkt door harde acties tegen het asielbeleid, zoals brandstichting en vernieling. De AIVD neemt verder waar dat Nederlandse tegenstanders van het asielbeleid steeds vaker deelnemen aan acties in het buitenland, met name in België.