Den Haag – Automobilisten die vanaf 1 december bij een alcoholcontrole 1,3 promille of meer alcohol in het bloed hebben, krijgen het alcoholslotprogramma opgelegd. Deze maatregel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu bestaat uit een alcoholslot in de auto en een verplicht begeleidingsprogramma. Met het alcoholslotprogramma wil minister Schultz van Haegen het aantal (dodelijke) verkeersongelukken waarbij alcohol in het spel is terugdringen.
Het alcoholslotprogramma, gericht op gedragsverandering van de deelnemer, wordt door het CBR opgelegd en komt naast een sanctie die via het strafrecht kan worden opgelegd. Automobilisten beginnen met het alcoholslotprogramma als zij een alcoholslot hebben laten inbouwen, zich hebben aangemeld voor het begeleidingsprogramma en in het bezit zijn van een rijbewijs met daarop een speciale code.
Met een alcoholslot moet de automobilist vooraf blazen om de auto te starten. Met een promillage lager dan 0,2 promille kan de auto worden gestart. Ter controle moet de automobilist niet alleen vooraf maar ook tijdens het rijden blazen. Het alcoholslot bewaart ondermeer de gegevens van de meetwaarden van een deelnemer. De inbouw van alcoholsloten valt onder het toezicht van de RDW.
Met het begeleidingsprogramma leren bestuurders alcohol en verkeer te scheiden. Het CBR begeleidt deze personen op basis van de gegevens uit het alcoholslot. Het programma wordt voor minimaal twee jaar opgelegd. Een bestuurder die het slot weigert heeft minimaal vijf jaar geen rijbewijs.
Volgens schattingen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) kan met het slot en met de begeleiding van de overtreders het aantal dodelijke ongevallen jaarlijks met 5 tot 6 afnemen. De verwachting is dat er vijftig tot zestig minder gewonden zullen vallen.
Foto – Archief Persbureau Meter