Den Haag – Asielzoekers die in Nederland mogen blijven, moeten sneller een huis in een Nederlandse gemeente krijgen. Zij kunnen dan eerder beginnen met hun integratie en inburgering. Ook kan het een besparing van maximaal 65 miljoen euro opleveren op de kosten voor asielopvang. Er komt een proef met een snellere toewijzingsprocedure om de huisvesting van vergunninghouders structureel te verbeteren.
Dat schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) aan de Tweede Kamer. Hij reageert – ook namens minister Donner (BZK) – op een advies van de Taskforce Thuisgeven onder voorzitterschap van Ed Nijpels.
In de nieuwe procedure die de taskforce voorstelt, krijgt een gemeente een vergunninghouder of gezin toegewezen. De gemeente moet dan binnen tien weken een geschikte woning beschikbaar stellen. Tegelijkertijd kan de gemeente al beginnen met het organiseren van voorzieningen als een uitkering, onderwijs en inburgering. Vergunninghouders kunnen een aangeboden huis niet weigeren.
Om te kijken of de nieuwe procedure werkt, beginnen gemeenten in Friesland, Drenthe en een deel van Utrecht een proef hiermee.
Als de tijd dat vergunninghouders nog op een asielzoekerscentrum wonen daalt van zeven naar drie maanden, en bij nareizende familieleven van zeven maanden naar enkele dagen, zou dat een besparing opleveren van 65 miljoen euro per jaar.
In de huidige procedure kan een vergunninghouder eerst zelf een huis zoeken uit het aanbod van gemeenten. Pas daarna gaat het COA op landelijk niveau vrijkomende woningen toewijzen. Deze procedure duurt te lang en levert soms dubbele belangstelling voor een huis, minder geschikte plaatsingen en weigeringen op.
Op grond van de Huisvestingswet moeten gemeenten met voorrang huizen toewijzen aan vergunninghouders. Dit om te voorkomen dat de dure plaatsen op asielzoekerscentra onnodig lang bezet blijven.
De meeste gemeenten hebben een achterstand opgelopen: het vorig jaar moesten 10.300 vergunninghouders gehuisvest worden, maar het werden er 2.554 minder. Samen met het aantal voor het lopende half jaar (4.708) moeten er vóór 1 juli nog 7.262 vergunninghouders een huis in Nederland krijgen. De gemeenten moeten dit aantal halen; minister Donner heeft het toezicht hierop verscherpt. Daarnaast zijn er al procedurele maatregelen genomen om het toewijzen van woningen sneller te laten verlopen.