Den Haag – De overheid geeft meer geld uit dan dat er binnenkomt. Het kabinet neemt daarom maatregelen om de uitgaven binnen de perken te houden en de staatsschuld niet verder te laten oplopen. Dat vereist de komende jaren ook maatregelen om de betaalbaarheid van de sociale zekerheid veilig te stellen. Daarnaast worden mensen zelf meer verantwoordelijk om bijvoorbeeld aan werk te komen. Dit staat in de beleidsagenda van de begroting 2012 van minister Kamp en staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De bewindslieden bezuinigen in 2012 conform het regeerakkoord € 940 miljoen. Over de hele kabinetsperiode moet SZW € 2,4 miljard bezuinigen. De bezuinigingen zijn deels nieuw, deels al in de begroting 2011 aangekondigd. De koopkracht daalt gemiddeld met 1 procent. De totale uitgaven voor arbeidsmarkt en sociale zekerheid blijven in deze kabinetsperiode constant ondanks een forse toename van de AOW-uitgaven. De uitgaven lopen in 2012 terug naar € 68,6 miljard. Op de lange termijn dragen de verhoging van de pensioenleeftijd en de Wet Werken Naar Vermogen het meeste bij aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën.
De grootste bezuinigingen in 2012 vinden plaats bij de kinderopvang en de re-integratie. De uitgaven aan kinderopvang gaan met € 420 miljoen omlaag; een bezuiniging van € 310 miljoen was al voorzien in de begroting 2011, € 110 miljoen komt voort uit het regeerakkoord. De uitgaven aan re-integratie van werkzoekenden gaan in 2012 met € 690 miljoen omlaag; een bezuiniging conform het regeerakkoord van € 400 miljoen vanuit het Rijk naar gemeenten en een bezuiniging bij het UWV van € 100 miljoen. Dit komt bovenop de korting van € 190 miljoen die al in de begroting 2011 was voorzien.
Meer mensen (langer) aan het werk
Het kabinet neemt een aantal maatregelen om de arbeidsparticipatie te verhogen. Een half miljoen mensen met een uitkering en een miljoen mensen zonder uitkering staan nog langs de kant, terwijl ze wel in staat zijn om te werken. De uitgangspunten zijn dat iedereen die kan werken ook werkt en dat werken moet lonen. Daarom wordt de bijstand activerender gemaakt. De algemene heffingskorting in de bijstand wordt – net als eerder voor werkenden – afgeschaft om te voorkomen dat het financieel onaantrekkelijk wordt om vanuit een uitkering aan het werk te gaan.
Het is zaak dat zoveel mogelijk oudere werknemers langer doorwerken. Er komen minder jongeren op de arbeidsmarkt en er gaan steeds meer ouderen met pensioen. Daarom moet iedereen die kan werken zolang mogelijk meedoen op de arbeidsmarkt. Het afnemend aantal werkenden biedt kansen voor mensen die nu nog met een uitkering aan de kant staan. Minder uitkeringen draagt ook bij aan het herstel van de overheidsfinanciën. Iedereen die kan werken moet meedoen, ook om de sociale voorzieningen betaalbaar te houden.
De overheid is terughoudend bij het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers van buiten de Europese Unie en werknemers uit Bulgarije en Roemenië zolang voor deze lidstaten een overgangsregime geldt en ziet tevens streng toe op het gebruik ervan. Werkgevers moeten eerst aantonen dat vacatures niet vervuld kunnen worden door mensen uit Nederland of andere EU-landen waarvan de onderdanen vrij in Nederland mogen werken.
De Wet Werken naar Vermogen moet er per 2013 voor zorgen dat mensen met arbeidsvermogen die nu nog gebruikmaken van de bijstand, de Wajong of de sociale werkvoorziening, aan de slag gaan. De Wajong en Wet sociale werkvoorziening staan straks alleen nog open voor mensen die niet of alleen in een beschutte omgeving kunnen werken. Het kabinet wil dat niemand die kan werken bij voorbaat wordt afgeschreven.
Mensen moeten langer doorwerken om de oudedagsvoorziening betaalbaar te houden, ook voor toekomstige generaties. Het aantal jongeren neemt immers af en het aantal gepensioneerden neemt toe. Dat betekent dat een kleinere groep werkenden voor een grotere groep gepensioneerden gaat betalen. Conform de afspraken in het pensioenakkoord wordt de pensioenleeftijd per 2020 gekoppeld aan de levensverwachting. Dat betekent dat in 2020 de AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 66 jaar en naar verwachting in 2025 naar 67 jaar.
Fraude
Fraude door burgers en bedrijven wordt hard aangepakt. Uitgangspunt bij de maatregelen is dat fraude nooit mag lonen. De sancties voor fraude gaan per 1 juli 2012 fors omhoog, ook bij herhaalde overtredingen. Fraude met uitkeringen is diefstal van gemeenschapsgeld en ondermijnt het draagvlak voor sociale voorzieningen. Als mensen ten onrechte een uitkering krijgen, zijn zij niet gemotiveerd om aan de slag te gaan en benadelen ze anderen die onnodig hogere belasting en premies moeten opbrengen.
Zo krijgen uitvoeringsorganisaties per 1 januari 2012 ruimere mogelijkheden voor huisbezoeken bij uitkeringsgerechtigden. Controleurs kunnen op verzoek van een uitvoeringsorganisatie die niet genoeg informatie heeft om de uitkering vast te stellen, de situatie op het opgegeven adres beoordelen. Ook malafide uitzendbureaus worden harder aangepakt. Werkgevers die de arbeidswetten ontduiken zorgen voor oneerlijke concurrentie. De Arbeidsinspectie, SIOD en Inspectie Werk en Inkomen worden op 1 januari 2012 samengevoegd tot één, krachtige Inspectie SZW.
Kindregelingen
De kosten van de kindregelingen zijn de afgelopen jaren fors opgelopen. De uitgaven hiervoor zijn tussen 2005 en 2010 gestegen van € 7 miljard naar € 10 miljard per jaar. Als de overheid niet ingrijpt stijgen deze kosten nog verder. Daarom wordt vanaf 2012 bezuinigd op de uitgaven van het Rijk aan kinderopvangtoeslag. Ouders gaan meer betalen, waarbij rekening wordt gehouden met de laagste inkomens. De overheidsbijdrage voor kinderopvang wordt gekoppeld aan het aantal uren van de minst werkende partner. Het kindgebonden budget wordt beperkt tot twee kinderen en wordt niet geïndexeerd.
Foto – Adam Bazuin/Persbureau Meter