Den Haag – Bij de Nederlandse bevolking bestaat breed draagvlak voor het kabinetsbeleid ten aanzien van minimumstraffen en strenger straffen bij geweld tegen politie, ambulancepersoneel en andere gezagsdragers. Daarnaast blijkt er ook brede steun voor de werkstraf naast de (on)voorwaardelijke gevangenisstraf als één van de instrumenten om te straffen. Dit schrijft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag aan de Tweede Kamer in een reactie op onderzoek dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR, Amsterdam) en de Radboud Universiteit Nijmegen (RU) in samenwerking met het CBS.
Aan het onderzoek deden 1066 Nederlands sprekende inwoners van Nederland tussen de 18 en 80 jaar oud mee. Aan hen is gevraagd op de stoel van de rechter te gaan zitten. Het onderzoek wijst in het algemeen uit dat er geen consensus bestaat onder de Nederlandse bevolking over de geprefereerde strafzwaarte en de geprefereerde strafmodaliteit.
Wel gaven de respondenten bij vrijwel alle voorgelegde delicten aan hogere gevangenisstraffen, langere werkstraffen en hogere geldboetes passend te vinden als daders opnieuw in de fout gaan. Dit sluit aan bij het wetsvoorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven om recidivisten bij herhaalde criminaliteit minimaal de helft van de maximumstraf op te leggen.
Naast deze zogenoemde daderkenmerken wordt bij het opleggen van straf door de Nederlandse bevolking ook rekening gehouden met het feit wie het slachtoffer is. Uit het onderzoek blijkt dat bij geweld tegen ambulancepersoneel of politie de Nederlandse bevolking zwaarder wil straffen. Hiermee blijkt draagvlak voor de maatregel dat het Openbaar Ministerie in dergelijke gevallen een straf vordert die 200% hoger ligt dan in reguliere geweldszaken.
Staatssecretaris Teeven is eveneens positief over het draagvlak van de bevolking voor de werkstraf. Slechts in enkele gevallen gaven de respondenten aan de werkstraf als relatief ongeschikt te beschouwen. Deze steun neemt echter af in geval van de zwaardere type misdrijven. In lijn hiermee diende Teeven al eerder het wetsvoorstel in om bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven het opleggen van een werkstraf alleen nog mogelijk te maken als dit in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel is.
Foto – Archief persbureau Meter