Den Haag – Zware gewelds- en zedendelinquenten en tbs-gestelden die onder voorwaarden terugkeren naar de samenleving komen langer onder intensief toezicht te staan om te voorkomen dat zij recidiveren. De maatregel biedt de maatschappij meer bescherming. Bij terugvalgedrag en (dreigende) recidive kan dan direct worden ingegrepen. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Nu duurt de periode waarin de dwangverpleging van een tbs-gestelde onder voorwaarden beëindigd kan worden, maximaal negen jaar. Het kabinet schrapt die termijn. Voortaan kunnen rechters het toezicht ook na negen jaar steeds jaarlijks of tweejaarlijks verlengen als blijkt dat de kans op recidive onvoldoende is afgenomen, zodat de reclassering tbs-gestelden langer kan volgen.
Daarnaast wordt langdurig en, indien noodzakelijk, levenslang toezicht mogelijk op ernstige gewelds- en zedendelinquenten van wie de gevangenisstraf of voorwaardelijke invrijheidsstelling is afgelopen, maar bij wie herhaling van het misdrijf reëel is of ernstig belastend gedrag tegen slachtoffers of getuigen moet worden voorkomen. Dit toezicht kan ook volgen op de tbs met voorwaarden of de gemaximeerde tbs met dwangverpleging.
De rechter kan straks een toezichthoudende maatregel ten uitvoer leggen voor een periode van twee, drie, vier of vijf jaar. Hij kan de maatregel daarna telkens verlengen. De totale duur is niet gebonden aan een maximum. Het gaat bijvoorbeeld om een consumptieverbod van drugs of alcohol, een plicht om zich onder behandeling te stellen door een deskundige of zorginstelling, of een verbod om een bepaald soort vrijwilligerswerk te verrichten. Met het laatste wil het kabinet voorkomen dat deze delinquenten terechtkomen bij organisaties op het gebied van kinderverzorging en -opvang of van andere kwetsbare groepen, zoals ouderen of daklozen.
Ook is een gebiedsverbod of meldplicht mogelijk, maar ook een verhuisplicht of een vestigingsverbod voor een bepaald gebied. Bijvoorbeeld als het slachtoffer in de buurt van de dader woont. Een reisverbod zal vooral nuttig kunnen zijn bij personen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenhandel of bij zedendelinquenten die zich mogelijk schuldig zullen maken aan (kinder)sekstoerisme in het buitenland.
Verder wil het kabinet dat de proeftijd bij voorwaardelijke invrijheidsstelling in alle gevallen minimaal één jaar wordt en met maximaal twee jaar kan worden verlengd, als het gedrag van de veroordeelde daar aanleiding toe geeft. Daarmee kan ook bij gevangenisstraffen korter dan twee jaar beter gewerkt worden aan gedragsverandering met behulp van bijzondere voorwaarden en kan justitie beter reageren op problemen bij naleving van de voorwaarden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Foto – Archief Persbureau Meter