DNA verwantschaps onderzoek bij aanpak criminaliteit

Den Haag – Per 1 april zijn er een aantal nieuwe wetting in werking getreden. Hierbij een overzicht van deze nieuwe wetten, zoals het DNA-verwantschapsonderzoek.
Het DNA-verwantschapsonderzoek kan bij de aanpak van criminaliteit worden toegepast. Het gaat om een nieuw type onderzoek dat kan uitwijzen of een bloedverwant van de persoon van wie het DNA door politie en justitie is onderzocht, de mogelijke dader is van een misdrijf. In de praktijk bestaat er een dringende behoefte om verwantschapsonderzoek toe te passen. Doordat DNA-profielen van bloedverwanten in een bepaalde mate met elkaar overeenkomen, kan op basis van een vergelijking tussen het DNA-profiel van een bekende persoon en een DNA-profiel uit een spoor van een onopgelost misdrijf duidelijk worden of het spoor afkomstig is van een bloedverwant van die persoon. Dit kan bruikbare informatie opleveren in het opsporingsonderzoek.

Voorwaardelijke sancties
Rechters kunnen meer maatwerk leveren als zij een voorwaardelijke straf opleggen en het openbaar ministerie kan veroordeelden direct aanhouden en insluiten als zij de aan hun straf verbonden bijzondere voorwaarden aan hun laars lappen. Een in het vonnis gespecificeerde voorwaarde geeft zowel de veroordeelde als de reclassering duidelijkheid welke voorwaarde moet worden nageleefd en welke verplichtingen daaruit voortvloeien. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het volgen van een gedragstraining en het ondergaan van een (ambulante) behandeling, maar ook de bewegings- en handelingsvrijheid beperkende bijzondere voorwaarden zijn mogelijk, zoals een straatverbod, een contactverbod, meldingsplicht of een alcoholverbod.

Rechterlijk gebieds- of contactverbod
Ook is er vanaf 1 april 2012 een nieuwe sanctiemogelijkheid voor de rechter. De rechter kan in zijn vonnis een gebiedsverbod, een contact­verbod of een meldplicht opleggen in alle gevallen waarin hij oordeelt dat een dergelijke gerichte vrijheidsbeperking gewenst is. Met deze maatregel kan worden voorkómen dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich naar bepaalde personen toe misdraagt. Houdt de veroordeelde zich niet aan de maatregel dan volgt vervangende hechtenis. Ook deze regeling draagt bij aan effectieve rechtspraak en een slagvaardig strafrecht. En daarmee aan een veiliger Nederland.

Europese uitwisseling van strafbladen
Met de realisatie van het European Criminal Record Information System (ECRIS) kunnen strafbladen langs elektronische weg worden uitgewisseld tussen de lidstaten. Het systeem zorgt er voor dat lidstaten altijd een compleet overzicht hebben van de binnen Europa door hun onderdanen gepleegde strafbare feiten. Door de snellere uitwisseling van gegevens kan in strafzaken makkelijker rekening worden gehouden met relevante veroordelingen in andere landen.
Gegevens kunnen ook voor andere doeleinden worden opgevraagd. Bijvoorbeeld bij de beoordeling van een aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag (VOG) van onderdanen uit andere lidstaten. Op deze manier draagt ECRIS er aan bij dat iemand die wegens een seksueel misdrijf tegen kinderen veroordeeld is niet in een andere lidstaat weer met kinderen kan gaan werken.

Internationale misdrijven
Nederland kan met terugwerkende kracht verdachten van oude genocidezaken vervolgen en berechten. Ook wordt het mogelijk verdachten van genocide en oorlogsmisdrijven in een niet-gewapend conflict uit te leveren en strafvervolging over te nemen van een internationaal gerecht. Dit gebeurt door de Wet internationale misdrijven uit te breiden en de daarin opgenomen ruime rechtsmacht voor genocide te laten terugwerken tot het moment van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet genocideverdrag van 24 oktober 1970. De maatregel steunt het Openbaar Ministerie en het team internationale misdrijven van de KLPD omdat zij de komende jaren nog vaak te maken zullen krijgen met oude strafzaken over genocide. Ook de positie van slachtoffers van internationale misdrijven in het strafproces wordt verbeterd. De hoogte van de vordering tot schadevergoeding die een slachtoffer als benadeelde partij kan indienen, is niet langer gemaximeerd en nabestaanden van slachtoffers van internationale misdrijven kunnen zich als benadeelde partij voegen.

Foto – Archief Persbureau Meter