F-16 langer in de lucht leidt tot hogere kosten

Den Haag – De krijgsmacht heeft een te krap budget om de eigen ambities met de F-16 waar te kunnen maken. Dit schrijft de Algemene Rekenkamer in haar vandaag verschenen rapport ‘Monitoring vervanging F-16’.

In de Beleidsbrief van vorig jaar april liet minister Hillen de Kamer al weten dat er € 300 miljoen extra aan investeringen nodig is om de bestaande F-16’s naar een acceptabel inzetbaar niveau te brengen om er 3 jaar langer mee door te vliegen. Dit is een gevolg van het regeerakkoord om deze kabinetsperiode geen besluit te nemen over een vervanger.

De extra kosten kunnen volgens de rekenkamer nog verder oplopen zolang niet duidelijk is wanneer vervangende jachtvliegtuigen wél beschikbaar komen. Volgens Hillen betekent langer doorvliegen met de F-16 een stijgende onderhoudswerklast. Door de grotere behoefte aan reparaties nemen de exploitatiekosten toe.

Verweven projecten

Nederland investeert momenteel zowel in de verouderde F-16’s als in de nieuwe F-35. Beide typen zijn zowel in financieel als in operationeel opzicht met elkaar verweven. Om deze samenhang duidelijk te maken, zou de minister van Defensie informatie van de 2 projecten integraal aan de Tweede Kamer moeten aanbieden, meent de Algemene Rekenkamer.
Hillen: ‘Het is belangrijk dat de Algemene Rekenkamer dit project goed en kritisch volgt en dat zij constateert dat de informatievoorziening aan het Parlement correct is. De aanbevelingen, bijvoorbeeld om meer samenhang in de presentatie van deze informatie te brengen, neem ik zoveel als mogelijk over. Daarnaast heb ik met de Algemene Rekenkamer mijn zorg gedeeld over de vele verschillende cijfers die wereldwijd circuleren rond het F-35 project. Deze cijfers zijn onderling vaak onvergelijkbaar omdat zowel de partnerlanden als hun rekenkamers uitgaan van de voor hun specifieke situatie en eigen rekenmethodes hanteren. Zo rekent het ene land met een ander prijspeil, of neemt een ander type F-35 af. Dit draagt niet bij aan een feitelijk en juist beeld rond dit toch al ingewikkelde onderwerp. De Rekenkamer en Defensie gaan nu samen kijken naar een manier om de Nederlandse informatie rond het F-35 project eenduidig te presenteren.’

68 F-16’s

Het ministerie van Defensie kocht 213 F-16’s in de periode 1979 tot 1992. Door het verlies van 33 stuks en verkoop na bijgestelde ambities, waren er begin vorig jaar nog 87. Vanwege de bezuinigingen stoot Defensie nu nóg eens 19 F-16’s af. Ook is het aantal vliegers al teruggebracht naar 68 en maken de F-16’s per jaar minder vlieguren.

Kandidaat opvolger

Het ministerie van Defensie neemt echter sinds 2002 wel deel aan de ontwikkeling en productie van de Lockheed Martin F-35. Dit toestel wordt gezien als kandidaat om verschillende verouderende jachttoestellen van de Verenigde Staten en enkele van haar bondgenoten te vervangen.

Foto – Archief persbureau Meter