Den Haag – Verdachten van geweldsmisdrijven in de publieke ruimte of geweld tegen personen met een publieke taak zoals politie, brandweer en ambulancepersoneel, kunnen straks in afwachting van hun berechting via snelrecht worden vastgehouden. Verdachten van deze feiten komen dan niet op vrije voeten, voordat de snelrechtzitting heeft plaatsgevonden. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie.
De maatregel maakt het mogelijk verdachten tot een snelrechtzitting in hechtenis te houden. De huidige wetgeving biedt daartoe onvoldoende mogelijkheden. De regeling introduceert een nieuwe grond voor voorlopige hechtenis bij toepassing van snelrecht, dat wil zeggen, berechting binnen 17 dagen. Wel moet het gaan om verdachten die naar verwachting een vrijheidsstraf van enkele weken of maanden krijgen opgelegd.
Geweldsmisdrijven leveren onder bepaalde omstandigheden extra gevaar op voor personen of is aanleiding tot grootschalige ordeverstoringen. Het gaat om mishandeling, bedreiging, openlijke geweldpleging, brandstichting of vernieling, gericht tegen personen met een publieke taak, of gepleegd tijdens evenementen of bij winkels, horeca- of andere uitgaansgelegenheden. Deze kunnen leiden tot grote maatschappelijke onrust en verontwaardiging.
Daarom wil het kabinet voorlopige hechtenis tot de snelrechtzitting mogelijk maken, in meer gevallen dan nu is toegestaan. Zo wordt het mogelijk ook ‘first offenders’ in voorlopige hechtenis te nemen. Snelle vervolging en berechting van verdachten van deze misdrijven (lik op stuk) is noodzakelijk om verdachten en samenleving duidelijk te maken dat dergelijk gedrag onaanvaardbaar is. Nu moeten verdachten in deze zaken voor de zitting in vrijheid worden gesteld, tenzij zogeheten supersnelrecht mogelijk is, waarbij berechting binnen drie dagen volgt. Dit is vooral bij de wat zwaardere misdrijven onhaalbaar omdat het bewijs dan nog niet rond is.
Uitbreiding van de voorlopige hechtenis maakt berechting met behulp van het gewone snelrecht mogelijk. Hierdoor is er meer tijd en kan bewijsmateriaal worden aangevuld. Zo kunnen bijvoorbeeld getuigen worden gehoord. Met vervolgonderzoek kan de bewijsvoering worden versterkt. Bij verdenking van mishandeling kan dan bijvoorbeeld in plaats van eenvoudige mishandeling, zware mishandeling worden bewezen. Bovendien heeft het slachtoffer meer tijd zich in de strafzaak te voegen en een schadeclaim voor te bereiden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Foto – Archief Persbureau Meter