Assen – Een van de speerpunten van de politie in het verkeer is de controle op het negeren van rood licht. Verkeerslichten staan vooral op gevaarlijke of drukke kruisingen. Ze zijn zo ingeregeld dat het verkeer zo vlot en veilig mogelijk kan doorstromen. ‘Doorrijders’ die het gaspedaal wat dieper intrappen om nét door rood te schieten, lopen het risico om geconfronteerd te worden met bestuurders die nietsvermoedend bij groen licht optrekken. Gaat het mis, dan levert het niet alleen de bekende beelden op van totaal verwrongen autowrakken, maar vaak ook (zwaar)gewonde verkeersdeelnemers. Kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en fietsers, zijn hiervan meestal het slachtoffer. Veel mensen voelen zich dan ook onveilig als ze ergens oversteken terwijl het licht voor anderen op rood staat. Door te controleren vraagt de politie extra aandacht voor het gevaar.
Ook voor uw eigen veiligheid
Stoppen voor rood licht is ook nodig voor uw eigen veiligheid. Niet alleen op kruisingen van wegen, fiets- en voetpaden, maar ook bij spoorwegovergangen en bruggen. Kijk bij het oversteken van een kruising altijd goed of de kruising inderdaad vrij is. Het kan zijn dat iemand ‘nog net even een stoplichtje pakt’.
Feit: Als je plotseling moet remmen met een snelheid van 50km/u, sta je pas na 26 meter stil
Minder doorrijders
Gelukkig stoppen vrijwel alle weggebruikers wél gewoon voor het rode licht. Op kruisingen waar vaak ‘gesmokkeld’ wordt, vormen roodlichtcontroles een goede remedie. Niettemin is het verstandig om ook bij groen licht altijd goed te kijken of de kruising inderdaad vrij is.
Feit: de overlevingskans van een voetganger of fietser bij een aanrijding van 65 km/u is 15%
Tekst/Bron – Politie Drenthe
Foto – Archief Persbureau Meter