Den Haag – Inburgeringsplichtigen moeten voortaan zelf zorgen voor hun inburgering. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid aangescherpt. De overheid zorgt er wel voor dat de inburgeraar zijn verantwoordelijkheid kan nemen en aan zijn plicht kan voldoen, onder meer met een sociaal leenstelsel van maximaal 10.000 euro. Dat blijkt uit het voorstel voor wijziging van de Wet inburgering dat minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met de wetswijziging geeft het kabinet ook uitvoering aan de voorgestelde koppeling van de inburgeringsplicht aan het verblijfsrecht
Met onder meer een sociaal leenstelsel ondersteunt het kabinet inburgeringsplichtigen. Gezinsherenigers mogen hiervoor maximaal 5.000 euro lenen, voor asielgerechtigden is dat maximaal 10.000 euro. Bij aanvraag volgt eerst een inkomenstoets en als voorwaarde wordt gesteld dat de lening uitsluitend bestemd is voor een cursus die opleidt tot het inburgeringsexamen of het staatsexamen NT2 en de examenkosten. Asielgerechtigden mogen (een deel) zonodig gebruiken voor een alfabetiseringscursus.
Als voorwaarde gaat gelden dat inburgeraars binnen drie jaar moeten voldoen aan hun plicht. Als de inburgeringsplichtige verwijtbaar niet aan deze voorwaarde voldoet, volgt intrekking van de reguliere verblijfvergunning voor bepaalde tijd. Voor asielgerechtigden geldt deze voorwaarde niet.
Het kabinet vindt de beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving essentiële voorwaarden voor de toelating tot en verblijf in ons land. Als migranten ervoor kiezen om naar Nederland te komen, mag van hen worden gevraagd dat zij actief deelnemen aan de samenleving. Als de inburgeringsplichtige verwijtbaar niet aan deze voorwaarde voldoet dan is de intrekking van de reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd een logische consequentie.
Foto – Archief Persbureau Meter