Indicatiestelling voor leerlinggebonden financiering wordt afgeschaft

Den Haag – Per 1 augustus 2013 wordt, als het wetsvoorstel passend onderwijs door de Eerste en Tweede Kamer wordt aangenomen, de indicatiestelling voor leerlinggebonden financiering afgeschaft.
De middelen voor zowel de interne als de ambulante begeleiding voor studenten met een (voormalige) cluster 3- of 4-indicatie worden per die datum toegevoegd aan het gehandicaptenbudget van de mbo-instellingen.
De middelen voor ambulante begeleiding van cluster 1-studenten blijven onderdeel van het budget van de cluster 1-instellingen. De aanvullende bekostiging op grond van de Regeling visueel gehandicapte leerlingen WVO en studenten WEB 2010-2012 wordt toegevoegd aan het genoemde gehandicaptenbudget van de mbo-instellingen. Voor cluster 2 geldt een andere systematiek: de middelen voor de interne begeleiding worden toegevoegd aan het gehandicaptenbudget. De middelen voor ambulante begeleiding van de cluster 2-studenten gaat naar de instellingen voor cluster 2. Deze instellingen verzorgen dan de begeleiding voor dove en slechthorende studenten in het mbo. Zij vervullen ook voor auditief en communicatief beperkte leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs deze rol en hebben landelijk de benodigde expertise hiervoor in huis.

Gedwongen winkelnering in het mbo?

In het onderhandelaarsakkoord mobiliteit passend onderwijs is afgesproken dat “tot het schooljaar 2015/2016 de resterende middelen voor ambulante begeleiding (43%) besteed blijven worden aan de inzet van ambulante begeleiders, die vanuit de (v)so scholen de ambulante begeleiding verzorgden.” Deze afspraak is vervolgens opgenomen in het wetsvoorstel passend onderwijs.
Deze verplichting geldt als zodanig niet voor de mbo-instellingen. Vanaf 1 augustus 2013 kunnen de instellingen zelf bepalen hoe zij de ondersteuning en begeleiding van studenten die dat nodig hebben, vormgeven. De MBO Raad heeft in zijn brief van 5 maart jl. de mbo-instellingen in overweging gegeven ”om personeel uit het (v)so in het algemeen en ambulant begeleiders in het bijzonder, met wie de instellingen in de afgelopen jaren ervaring en expertise hebben opgebouwd, voorrang te geven bij vacatures in het mbo die gerelateerd zijn aan de zorgstructuur in het mbo”.

Foto – Archief Persbureau Meter