Den Haag – Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) gaat criminele jeugdgroepen steviger aanpakken. Samen met het Openbaar Ministerie (OM), politie en gemeenten heeft hij zich als doel gesteld dat binnen twee jaar alle nu bekende criminele jeugdgroepen keihard zijn aangepakt. Daarnaast focust hij zich de komende periode op de sleutelfiguren binnen de overlastgevende groepen, omdat deze groepen vaak een kweekvijver vormen voor crimineel gedrag. Dat schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het Kabinet heeft de aanpak van problematische jeugdgroepen hoog op de agenda staan. Sinds eind 2009 worden landelijk alle jeugdgroepen in kaart gebracht en op identieke wijze geregistreerd door de politiekorpsen aan de hand van de zogeheten shorlistmethodiek van Bureau Beke. Eind 2010 kende Nederland 1527 problematische jeugdgroepen, waarvan 89 criminele en 284 overlastgevende jeugdgroepen. Nu de groepen in beeld zijn voor politie, het OM en de gemeenten, is het tijd deze keihard aan te pakken. De komende twee jaar richt Minister Opstelten zijn pijlen op de criminele jeugdgroepen. Deze groepen zorgen immers voor de meest ernstige vormen van criminaliteit, waarvan de gevolgen voor de veiligheid en het veiligheidsgevoel zeer ingrijpend zijn. Daarnaast besteedt de minister aandacht aan de sleutelfiguren binnen de overlastgevende groepen, omdat deze overlastgevende jeugdgroepen vaak een kweekvijver vormen voor crimineel gedrag.
De minister heeft zich, samen met het OM en de politie als doel gesteld dat binnen twee jaar de nu bekende 89 criminele jeugdgroepen zijn aangepakt. Het OM heeft de regierol ten aanzien van de criminele jeugdgroepen. Gemeenten hebben de regierol bij de aanpak van hinderlijke en overlastgevende groepen. Door deze aanpak de komende jaren te intensiveren en de benodigde capaciteit vrij te maken, worden ook deze groepen in aantal verder teruggedrongen.
Om de ketenpartners te ondersteunen in hun aanpak, heeft de bewindsman het ‘actieprogramma criminele jeugdgroepen’ geïnitieerd. Dit programma richt zich op het verbeteren van de samenwerking tussen alle partners, het versterken van de informatie-uitwisseling en het wegnemen van knelpunten in de uitvoering. Zo is er een landelijk actieteam geformeerd, worden er tien regionale coördinatoren aangesteld en wordt per criminele jeugdgroep een plan van aanpak opgesteld, waarbij een dadergerichte aanpak voorop staat. Ook richt het actieprogramma zich de komende jaren op het bundelen van krachten van de verschillende ketenpartners, waardoor er een verbinding kan worden gelegd tussen preventie, straf en zorg en kan door het combineren van instrumenten maatwerk worden geleverd, zodat elke jongere een passende straf of maatregel krijgt opgelegd. Minister Opstelten beoogt met genoemde maatregelen een veiliger Nederland te realiseren. “Ik ben voornemens om samen met de partners in de ketens en de professionals in het veld de aanpak van de criminele jeugdgroepen op deze wijze verder te verankeren en door te ontwikkelen”, zo besluit hij zijn brief.