Borger/Odoorn – Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) begint een onderzoek naar de effecten van een mogelijk windmolenpark in de Drentse gemeente Borger-Odoorn. Het park moet een vermogen krijgen tussen de 300 en 450 Megawatt. Hiermee kunnen alle inwoners van Drenthe van elektriciteit worden voorzien.
Windenergieprojecten van nationaal belang vallen onder de Rijkscoördinatieregeling. Daarbij besluiten de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu over de totstandkoming. Daarbij worden eerst effecten op de leefomgeving, gezondheid en natuur in kaart gebracht. De startnotitie over de opzet van dit onderzoek ligt vanaf 24 juni voor inspraak ter inzage.
Minister van EL&I Verhagen vindt windparken op land van groot belang. “We schakelen geleidelijk over op duurzame energie, aldus de minister. “Daarbij steunen we als eerste de relatief goedkoopste technieken. Wind op land is daar één van. Zo wordt er per euro belastinggeld meer groene energie opgewekt.”
Het kabinet kiest voor een evenwichtige mix van verschillende vormen van energie. Dat verzekert de betrouwbare aanvoer van energie, zadelt mensen en bedrijven niet op met onnodig hoge energiekosten en mobiliseert de kracht van de energiesector.
Ter inzage
De startnotitie voor het milieueffectrapport ligt van 24 juni tot en met 4 augustus 2011 ter inzage bij
– het Ministerie van EL&I, Informatiecentrum, Bezuidenhoutseweg 30 te Den Haag
– Gemeente Borger-Odoorn, Hoofdstraat 50 te Exloo
De startnotitie is dan ook op internet beschikbaar via www.bureau-energieprojecten.nl
Tot en met 4 augustus 2011 kunnen mondeling of schriftelijk zienswijzen op de startnotitie worden ingediend bij:
Bureau energieprojecten, Inspraakpunt Windpark De Drentse Monden,Postbus 233, 2250 AE Voorschoten. Telefoon: 070-3798979.
De Ministeries van EL&I en van I&M organiseren in samenwerking met de initiatiefnemers een inloopavond. Dit gebeurt op 30 juni 2011 van 19.00-21-00 uur in Horeca Centrum Spa, Zuiderdiep 209 in Tweede Exloërmond.
Foto – Archief Persbureau Meter