Den Haag – Onredelijk hoge, buitengerechtelijke incassokosten worden aan banden gelegd. De vergoeding voor incassokosten wordt straks berekend als percentage van het bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser is verschuldigd, met een minimumbedrag van 40 euro. Zo mag bijvoorbeeld niet meer dan 150 euro aan incassokosten worden gevraagd, als een rekening van 1.000 euro niet is betaald. De Eerste Kamer heeft vandaag een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aanvaard, dat op1 juli 2012in werking treedt.
De schuldeiser is verplicht eerst een aanmaning te sturen voordat hij de incassokosten in rekening kan brengen. Op die manier krijgt de schuldenaar veertien dagen de gelegenheid om alsnog de vordering te voldoen. De regeling geldt voor vorderingen ongeacht de hoogte. Er is wel een maximum aan de incassokosten. Voor vorderingen van 1 miljoen euro en meer bedragen de incassokosten maximaal 6.775 euro. Wanneer het vorderingen tussen bedrijven onderling betreft, kunnen zij afwijkende afspraken maken over de hoogte van de incassokosten.
Opstelten wil vooral consumenten beter beschermen tegen te hoge incassokosten. De norm voor vergoeding van incassokosten die nu in de wet is opgenomen, geeft vaak onvoldoende houvast om vast te stellen welk bedrag precies is verschuldigd. Hierdoor wordt in de praktijk met enige regelmaat te veel in rekening gebracht. Door nadere invulling van de norm kan onzekerheid worden weggenomen. Voor de schuldenaar en de schuldeiser wordt het duidelijker welke incassokosten gevraagd mogen worden.
Foto – Archief persbureau Meter