Regeling voor langdurig in Nederland verblijvende kinderen

Den Haag – De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie een definitieve regeling en een overgangsregeling te treffen voor asielkinderen die tenminste vijf jaar in Nederland hebben verbleven. Deze kinderen en hun gezinsleden kunnen, wanneer zij voldoen aan bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Het kabinet wil daarmee een einde maken aan de situatie van kinderen, die zonder zicht op een verblijfsvergunning al langdurig in Nederland verblijven.

Er komt een overgangsregeling voor asielkinderen die zonder zicht op een verblijfsvergunning al ruim vijf jaar in Nederland verblijven. Daarnaast komt er een definitieve regeling die moet voorkomen dat er in de toekomst opnieuw discussie ontstaat over deze groep kinderen en de rol van de overheid daarin. Met de definitieve regeling komt er beleid waaraan objectief kan worden getoetst of de overheid een vergunning dient te verlenen op basis van het langdurig verblijf. Daarbij wordt het eigen handelen van ouders en kind meegewogen.

Voorwaarden
Voor beide regelingen geldt dat een reguliere verblijfsvergunning kan worden verleend aan (alleenstaande minderjarige) vreemdelingen die ruim vijf jaar voor het bereiken van hun 18de levensjaar een asielaanvraag hebben ingediend in Nederland, gedurende die vijf jaar ook daadwerkelijk in Nederland hebben verbleven en zich niet langer dan drie maanden onttrokken hebben aan het toezicht van de Rijksoverheid. Datzelfde geldt voor gezinsleden van de vreemdeling, tenzij de gezinsband verbroken is. Wanneer vreemdelingen een beroep doen op de regeling, betekent dit niet dat ze tijdens de beoordeling van de aanvraag meteen recht hebben op opvang.

Vanzelfsprekend wordt geen vergunning verleend aan vreemdelingen die een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Dit is het geval wanneer er sprake is van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag of wanneer een vreemdeling is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tenminste één maand. Datzelfde geldt voor de gezinsleden. Ook leidt aantoonbaar vertrek buiten de Europese Unie niet tot een vergunning.

Overgangsregeling
De overgangsregeling kent, naast de algemene voorwaarden, nog enkele specifieke voorwaarden. Zo dient de vreemdeling op 29 oktober 2012 jonger te zijn dan 21 jaar. Daarnaast wordt het voor bepaalde tijdelijke verblijfsvergunningen, zoals een vergunning op grond van medische gronden of het volgen van een studie, mogelijk om deze vergunning eenmalig om te zetten in een vergunning op grond van de regeling. Ook wordt vreemdelingen eenmalig de mogelijkheid tot identiteitsherstel geboden wanneer er één keer sprake is geweest van twijfel aan de gestelde identiteit.

Definitieve regeling
Voor de definitieve regeling geldt dat de aanvraag moet worden ingediend voordat de vreemdeling 19 jaar wordt. Daarnaast dient de vreemdeling, als ook zijn gezinsleden, te hebben meegewerkt aan terugkeer en dient de identiteit te zijn aangetoond.

Naar verwachting zullen beide regelingen eind januari 2013 in werking treden. Vreemdelingen die van mening zijn dat zij in aanmerking komen voor een vergunning op basis van de overgangsregeling, kunnen vanaf eind januari gedurende drie maanden een aanvraag indienen. Ook kunnen vreemdelingen vanaf dat moment een beroep doen op de definitieve regeling.

Foto – Archief Persbureau Meter