Den Haag – “Het is inderdaad ‘hartstikke’ belangrijk dat veel meer mensen leren hoe ze iemand kunnen reanimeren. Dat kan het verschil maken of iemand met een plotselinge hartstilstand het overleeft of niet.” Dit zei minister Edith Schippers (VWS) na afloop van een reanimatietraining die zij kreeg van een groep Limburgse studenten geneeskunde. Schippers en de ambtelijke top van VWS wilden de training volgen om zo te onderstrepen hoe belangrijk het is dat veel meer mensen reanimeren onder de knie krijgen.
In Nederland krijgen elke week ongeveer 300 mensen een plotselinge hartstilstand. In 20% van de gevallen gebeurt dit op straat, in het openbaar vervoer, op het werk of op het sportveld. Vaak zijn er dan snel mensen beschikbaar die kunnen reanimeren. In 80% van de gevallen vindt een hartstilstand echter plaats in de thuissituatie.
Als er op tijd en adequaat wordt ingegrepen, kunnen veel levens gered worden. Zo zijn borstcompressies en mond-op-mondbeademing onmisbare vaardigheden om de tijd te overbruggen tot met behulp van een defibrillator (AED) het hartritme kan worden hersteld. Te weinig Nederlanders kunnen echter reanimeren, terwijl juist de minuten tussen de hartstilstand en de aanvang van de defibrillatie van levensbelang zijn.
Gisteravond kregen minister Schippers en haar ambtelijke top een reanimatietraining op het ministerie van VWS. Schippers: “Bij een plotselinge hartstilstand is er geen tijd te verliezen. En als je dan niet weet wat je moet doen, kan dat voor het slachtoffer fataal zijn. Niemand wil toch in de situatie komen dat die zich dat achteraf verwijt? Vandaar mijn oproep om de mogelijkheden om reanimeren te leren goed te benutten.”
De reanimatietraining werd Schippers en haar staf aangeboden vanuit het programma Hart voor Limburg, een initiatief van de Provincie Limburg en de Hartstichting. De ‘Taskforce QRS’, een werkgroep van studenten geneeskunde van de Universiteit Maastricht, zet zich in om reanimatieonderwijs op middelbare scholen te geven. Inmiddels hebben meer dan 2000 leerlingen in Limburg aan het reanimatieonderwijsprogramma deelgenomen. Ook het Maastricht UMC+ ondersteunt dit initiatief.
Foto Archief persbureau meter