Den Haag – In reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Detentie, behandeling en nazorg criminele jeugdigen’ laat staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) weten verheugd te zijn over de positieve conclusies van de Rekenkamer over de verbeteringen in de jeugdinrichtingen. Wel constateert hij dat de berichtgeving over de leegstand en de daarbij behorende kosten feitelijke onjuistheden bevat.
De Algemene Rekenkamer stelt in zijn persbericht dat het aantal behandelplaatsen in de justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s) meer dan gehalveerd is tot 1.244 en dat dit aantal volgens de staatssecretaris nog verder teruggebracht moet worden naar 950. Dit is echter verouderde informatie. De Rekenkamer doelt op de capaciteitsmaatregelen die de staatssecretaris in 2010 heeft aangekondigd en inmiddels zijn uitgevoerd. De capaciteit in de JJI’s ís de afgelopen periode dus reeds teruggebracht naar 950 plaatsen, waarvan 150 reserveplaatsen.
Daarnaast meldt de Algemene Rekenkamer dat de huidige kosten van de leegstand door het ministerie van Veiligheid en Justitie op €100 miljoen per jaar worden geschat. Ook dat betreft verouderde informatie uit 2010. De €100 miljoen voor leegstand zou ontstaan wanneer de capaciteit niet teruggebracht zou worden naar 950 plaatsen. Dat is inmiddels wel gebeurd, dus van die kosten is geen sprake meer. In de begroting van Veiligheid en Justitie is opgenomen dat de kosten voor het instandhouden van de 150 reserveplaatsen in 2012 € 7,9 mln bedragen.
Genoemde onjuistheden in de berichtgeving door de Algemene Rekenkamer nemen niet weg dat staatssecretaris Teeven verheugd is met de positieve conclusies van de Rekenkamer over de gerealiseerde verbeteringen in de jeugdinrichtingen.
Foto – Archief Persbureau Meter