Uitkeringen als De AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De cijfers………

Den Haag – Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van 1435,20 euro naar 1446,60 euro bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen.

Bij de berekening van de uitkeringsbedragen is rekening gehouden met het wetsvoorstel “Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon” (Tweede Kamerstuk 32 777 nr 2). Dit wetsvoorstel is op 13 december 2011 aangenomen in de Eerste Kamer. Hierin wordt vanaf 1 januari 2012 de dubbele algemene heffingskorting afgebouwd in het referentieminimumloon (met uitzondering van de AOW).

AOW’ers zien hun netto-uitkering met tussen de 7 en de 14 euro per maand stijgen. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de persoonlijke situatie. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW’er gaat bijvoorbeeld met 11 euro omhoog naar 972,00 euro per maand. Echtparen waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, krijgen in totaal netto bijna 15 euro per maand erbij. Hun gezamenlijke netto-uitkering komt dan uit op 1334,92 euro per maand. Dat is exclusief vakantietoeslag.

Per 1 juni 2011 krijgen oudere in Nederland belastingplichtigen de MKOB. Deze Mogelijke Koopkrachttegemoetkoming voor Oudere Belastingplichtigen bedraagt 33,65 euro per maand per 1 januari 2012.

De WW, WIA en WAO uitkeringen worden verhoogd met 0,79%. De absolute stijging is lastiger aan te geven omdat die nog meer dan bij de AOW afhangt van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld ook van belang hoe hoog hun inkomen was voordat zij een uitkering kregen. Voor de berekening van de uitkering geldt bovendien een maximum inkomen; verdient men meer dan telt het deel boven dat maximum niet mee bij het bepalen van de uitkering. Dit zogeheten maximumdagloon wordt per 1 januari 2012 vastgesteld op 191,82 euro bruto per dag en op jaarbasis 50.065,02 euro. Het maximum premieloon wordt per 1 januari vastgesteld op 50.064,00 euro. Per dag komt dit uit op 192,55 euro.

AOW

AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gelijk aan de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent. Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen.

Voor gehuwde AOW’ers van wie de partner jonger is dan 65, gelden afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gelijk aan 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 718,47 euro) (deze toeslag komt overigens te vervallen per 1 januari 2015). Echter, is het recht op pensioen al ingegaan voor 1 februari 1994 dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30 procent.

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2012 luiden als volgt: (De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.)

Bruto p.mnd Bruto vak.uitk.p.mnd

Gehuwden € 718,47 € 43,47

Gehuwden met maximale toeslag €1436,94 € 86,94

(partner jonger dan 65 jaar)

Maximale toeslag € 718,47

Ongehuwden €1046,28 €60,87

Ongehuwd met kind tot 18 jaar €1327,00 €78,25

AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994

Gehuwden zonder toeslag €1046,28 € 60,87

(partner jonger dan 65 jaar)

Maximale toeslag € 390,66

Gehuwden met maximale toeslag €1436,94 € 86,94

(partner jonger dan 65 jaar)

De AOW-partnertoeslag bedraagt maximaal 718,47 euro bruto per maand. Hoe hoog de toeslag precies is, hangt af van het huishoudinkomen. Als het huishoudinkomen hoger is dan 162% Bruto WML inclusief vakantiegeld dan wordt de AOW partnertoeslag met 10% verlaagd. Daarnaast wordt een deel van het inkomen van de jongere partner van de toeslag afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid hoger is dan 1294,70 euro heeft de AOW’er helemaal geen recht op toeslag (bij een inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering) vervalt de toeslag bij 718,47 euro bruto per maand).

Hieronder een rekenvoorbeeld:

We gaan uit van een gepensioneerde zonder aanvullend pensioen en een partner met een inkomen van 1000 euro bruto per maand. De eerste 216,99 euro van het partnerinkomen is vrijgesteld. Ook een derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus 1000 euro bruto verdient, telt de eerste 216,99 euro niet mee. Ook is een derde deel van (1000-216,99) 783,01 vrijgesteld, wat uitkomt op 261,00 euro. In totaal is dan 477,99 euro vrijgesteld. Van de toeslag wordt dus 1000-477,99 = 522,01 euro ingehouden. De toeslag bedraagt dan 718,47 – 522,01 = 196,46 euro.

Als het recht op toeslag voor 1 februari 1994 is ingegaan valt de rechthebbende onder een overgangsregeling en bedraagt de toeslag maximaal bruto 390,66 euro. Als de partner meer verdient dan 802,98 euro bruto vervalt de uitkering. Dat geldt ook als de partner een sociale verzekeringsuitkering krijgt die hoger is dan dat bedrag.

De bij deze bruto bedragen behorende netto-uitkeringen zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben.

Netto AOW gehuwden. Als beide partners boven de 65 jaar zijn, krijgen zij dus allebei de uitkering.

1-1-2012 1-7-2011 verschil

per maand € 667,46 € 660,02 € 7,44

vakantietoeslag € 40,39 € 37,55 € 2,84

Totaal € 707,85 € 697,57 € 10,28

Netto AOW alleenstaanden

1-1-2012 1-7-2011 verschil

per maand € 972,00 € 961,01 € 10,99

vakantietoeslag € 56,55 € 52,57 € 3,98

Totaal € 1028,55 € 1013,58 € 14,97

*Deze bedragen verschillen van de door de SVB gepubliceerde bedragen. De SVB hanteert exclusief de vakantietoeslag.

ANW

De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie zij ongehuwd samenwoonden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18 jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een inkomensafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.

De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere).

Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de ANW) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van 30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.

In onderstaand overzicht zijn de bruto ANW bedragen opgenomen. De bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming ANW. Deze bedraagt bruto 15,88 euro per maand.

Bruto p.mnd Bruto vak.uitk.p.mnd

Maximale nabestaandenuitkering € 1111,95 € 73,27

Halfwezenuitkering € 253,77 € 20,92

Wezenuitkering tot 10 jaar € 355,82 € 23,45

Wezenuitkering van 10

tot 16 jaar € 533,74 € 35,17

Wezenuitkering van 16

tot 21/27 jaar € 711,65 € 46,89

Wajong

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 januari 2012 omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd.

Per 1 januari 2012 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:

vanaf 23 jaar ten hoogste € 66,51

22 jaar ten hoogste € 56,53

21 jaar ten hoogste € 48,22

20 jaar ten hoogste € 40,90

19 jaar ten hoogste € 34,92

18 jaar ten hoogste € 30,26

Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.

22 jaar € 1,78 bruto per maand

21 jaar € 4,34

20 jaar € 8,81

19 jaar € 14,70

18 jaar € 15,33

Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)

Per 1 januari 2012 worden bestaande uitkeringen verhoogd met 0,79%. De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 januari 2012 wordt het maximumdagloon verhoogd van 190,32 naar 191,82 euro bruto.

Toeslagenwet

De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon.

Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.

De hoogte van de normbedragen per 1 januari 2012 is als volgt vastgesteld:

ZW/WW/WAO/WIA/Wajong*

Gehuwden € 66,51 bruto per dag

Alleenstaande ouders € 62,90

Alleenstaanden:

vanaf 23 jaar € 50,49

22 jaar € 39,55

21 jaar € 33,36

20 jaar € 27,90

19 jaar € 23,34

18 jaar € 20,08

*exclusief vakantietoeslag

Premiepercentages per 1-1-2012

2011 2012 verschil

premiepercentages

AOW 17,90 17,90 0,00

ANW 1,10 1,10 0,00

AWBZ 12,15 12,15 0,00

a) WAO/WIA-basispremie (Aof) 5,10 5,05 -0,05

WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas) 0,62 0,55 -0,07

b) Awf-werkgevers-premie 4,20 4,55 0,35

Awf-werknemers-premie 0,00 0,00 0,00

c) ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage 7,75 7,10 -0,65
werkgevers

UFO-premie 0,78 0,78 0,00

UFO-premie ERD ZW 0,72 0,72 0,00

d) Sectorpremie gemiddeld 1,90 2,27 0,37

e) Werkgeversbijdrage kinderopvang 0,34 0,50 0,16

Bedragen in euro’s

Max. premieloon 49.297 50.064 767
werknemersverzekeringen per jaar

f) Max. premieloon ZVW per jaar 33.427 50.064 16.637

Franchise Awf-premie per jaar 16.965 17.229 264

a)
De verlaging van de Aof-premie maakt onderdeel uit van het werkgeverspakket waartoe het kabinet heeft besloten (Miljoenennota 2012, p. 72).

b)
De verhoging van de Awf-premie wordt grotendeels verklaard door compensatie van het voordeel dat werkgevers ondervinden van afschaffing van de spaarloonregeling.

c)
Om het koopkrachtbeeld van lage inkomens te verbeteren is besloten het maximum premieloon in de ZVW te verhogen (zie ook f) onder gelijktijdige verlaging van het premiepercentage.

d)
De gemiddelde (lastendekkende) sectorfondspremie is 0,37%-punt hoger vastgesteld dan in 2011. De verhoging is beperkt door de verlenging van de inlooptermijn van vermogenstekorten. De gepresenteerde premie betreft een (gewogen) gemiddelde. Door bijstellingen in de loonsommen van sectoren is het gewogen gemiddelde voor 2011 inmiddels bijgesteld naar 1,84%.

e)
Besloten is de werkgeversbijdrage kinderopvang te verhogen, zodat werkgevers vanaf 2012 zoals aanvankelijk bedoeld één derde deel van de kosten van kinderopvang dragen.

f)
Ter verbetering van het koopkrachtbeeld van lage inkomens is besloten de premiegrens in de ZVW te verhogen onder verlaging van het premiepercentage. Deze maatregel was reeds onderdeel van het wetsvoorstel Uniformering Loonbegrip en wordt hiermee eerder ingevoerd.

Foto – Archief Persbureau Meter