Den Haag – Per 1 juli 2013 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, Wwb, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2013. Het minimumloon stijgt dan van € 1469,40 naar € 1477,80 bruto per maand.
Alle bedragen per 1 juli 2013 volgen hieronder:
Wet werk en bijstand
De netto normbedragen per 1 juli 2013 voor mensen vanaf 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd die een uitkering krijgen op grond van de Wet werk en bijstand.
Paar
per maand
€ 1.257,35
vakantie-uitkering
€ 66,18
totaal
€ 1.323,53
Alleenstaande ouders
per maand
€ 880,15
vakantie-uitkering
€ 46,32
totaal
€ 926,47
Alleenstaanden
per maand
€ 628,68
vakantie-uitkering
€ 33,09
totaal
€ 661,77
Gemeentelijke toeslag bij het niet kunnen delen van kosten
Alleenstaande ouders en alleenstaanden van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd:
per maand
€ 251,47
vakantie-uitkering
€ 13,24
totaal
€ 264,71
De netto normbedragen voor mensen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd die een uitkering krijgen op grond van de Wet werk en bijstand:
Een paar
per maand
€ 1.329,03
vakantie-uitkering
€ 69,95
totaal
€ 1.398,98
Alleenstaanden
per maand
€ 965,56
vakantie-uitkering
€ 50,82
totaal
€ 1.016,38
Alleenstaande ouders
Per maand € 1.215,10
Vakantie-uitkering € 63,95
Totaal € 1.279,05
Normbedragen voor mensen die in een inrichting verblijven:
Voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder
per maand
€ 278,63
vakantie-uitkering
€ 14,66
totaal
€ 293,29
Paar
per maand
€ 433,37
vakantie-uitkering
€ 22,81
totaal
€ 456,18
Vrij te laten vermogen
Mensen hoeven niet al hun spaargeld op te maken vóór ze in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering.
Het vrij te laten vermogen is:
voor paren en alleenstaande ouders
€ 11.590,00
voor alleenstaanden
€ 5.795,00
Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating van maximaal € 48.900,00.
IOAW en IOAZ
De IOAW (wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd.
Voor de IOAZ (wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) komen mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) in aanmerking die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen.
De IOAW en de IOAZ vullen het totale inkomen van de rechthebbende en zijn partner aan tot bijstandsniveau. Op de hierna volgende grondslagen worden dus de bruto inkomsten van de rechthebbende en zijn of haar partner in mindering gebracht.
De bruto grondslag bedraagt voor:
Gehuwde en ongehuwde partners die beide 21 jaar of ouder zijn
Per maand
€ 1452,82
vakantie-uitkering
€ 116,22
totaal
€ 1569,04
Alleenstaanden van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen
per maand
€ 1388,29
vakantie-uitkering
€ 111,06
Totaal
€ 1499,35
Alleenstaanden vanaf 23 jaar
per maand
€ 1114,78
vakantie-uitkering
€ 89,18
totaal
€ 1.203,96
Alleenstaande van 22 jaar
per maand
€ 880,28
vakantie-uitkering
€ 70,42
totaal
€ 950,70
Alleenstaanden van 21 jaar
per maand
€ 740,93
vakantie-uitkering
€ 59,27
totaal
€ 800,20
Voor mensen onder de 21 jaar gelden lagere bedragen. In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met vermogen.
Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten en ook met vermogen. Zo blijft vermogen tot een bedrag van € 127.400,- buiten beschouwing. Het vermogen boven het bedrag van maximaal € 127.400,- wordt geacht jaarlijks 4 procent inkomsten op te leveren; die worden in mindering gebracht op de uitkering.
Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, wordt een bedrag tot maximaal € 114.428,- ten behoeve van aanvullende pensioenvoorzieningen buiten beschouwing gelaten.
AOW
AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gerelateerd aan de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande is gerelateerd aan 70 procent van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin aan 90 procent van het netto minimumloon. Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen.
Voor gehuwde AOW’ers van wie de partner jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, gelden afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gerelateerd aan 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 725,77 euro). Deze toeslag komt te vervallen per 1 januari 2015. Als het recht op pensioen al is ingegaan voor 1 februari 1994 dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen gerelateerd aan 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30 procent.
De uitkeringsbedragen per 1 juli 2013 zijn als volgt: (De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.)
Bruto p. mnd Bruto vak.uitk.p.mnd
Gehuwden € 725,77 € 49,81
Gehuwden met maximale toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1451,54 € 99,62
Maximale toeslag € 725,77
Ongehuwden € 1061,36 € 69,73
Ongehuwd met kind tot 18 jaar € 1343,78 € 89,66
AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994
Gehuwden zonder toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1061,36 € 69,73
Maximale toeslag
€ 390,18
Gehuwden met maximale toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
€ 1451,54 € 99,62
ANW
De Algemene nabestaandenwet (Anw) is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie hij/zij ongehuwd samenwoonde. Deze nabestaandenuitkering is gerelateerd aan maximaal 70 procent van het netto minimumloon en de hoogte ervan is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere).
In verband met het vervallen van de halfwezenuitkering en de integratie daarvan met de Anw per 1 juli a.s. kunnen nabestaanden die een kind verzorgen van jonger dan 18 jaar, een verhoging van de inkomensafhankelijke nabestaandenuitkering ontvangen. De Anw-nabestaandenuitkering komt daarmee op maximaal 90% van het netto minimumloon voor iemand met een kind onder de 18 jaar.
Voor nabestaanden met een kind jonger dan 18 jaar, die na 1 april 2013 recht hebben gekregen op een halfwezenuitkering komt de halfwezenuitkering per 1 juli te vervallen. Voor iedereen die vóór 1 april 2013 al recht had op een halfwezenuitkering wordt deze op 1 oktober 2013 stopgezet.
Voor verzorgers van halfwezen die zelf geen nabestaande zijn en voor nabestaanden die opnieuw zijn gaan samenwonen vervalt de gehele halfwezenuitkering.
Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de Anw) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van 30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.
In onderstaand overzicht zijn de bruto Anw bedragen opgenomen. De bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming Anw. Deze bedraagt bruto 16,23 euro per maand.
Bruto p.mnd Bruto vak. uitk.p.mnd
Maximale nabestaandenuitkering € 1120,15 € 83,31
Halfwezenuitkering € 249,71 € 23,80
Wezenuitkering tot 10 jaar € 358,45 € 26,66
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar € 537,67 € 39,99
Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar € 716,90 € 53,32
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 juli 2013 omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd.
Per 1 juli 2013 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:
vanaf 23 jaar ten hoogste € 67,94
22 jaar ten hoogste € 57,75
21 jaar ten hoogste € 49,26
20 jaar ten hoogste € 41,79
19 jaar ten hoogste € 35,67
18 jaar ten hoogste € 30,91
Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.
22 jaar € 1,82 bruto per maand
21 jaar € 4,44
20 jaar € 9,00
19 jaar € 15,02
18 jaar € 15,66
Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)
Per 1 juli 2013 worden bestaande bruto uitkeringen verhoogd met 0,57%. De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 juli 2013 wordt het maximumdagloon verhoogd van 194,85 naar 195,96 euro bruto.
Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als een uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag.
Het normbedrag voor gehuwden is gekoppeld aan 100% van het bruto minimumloon. Het normbedrag van alleenstaanden vanaf 23 jaar is op netto basis gerelateerd aan 70% van het netto minimumloon terwijl de normbedragen van 18- t/m 22-jarigen zijn gekoppeld aan 75% van de desbetreffende netto minimumjeugdlonen. Het normbedrag voor alleenstaande ouders is gekoppeld aan 90% van het netto minimumloon.
De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon.
Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.
De hoogte van de normbedragen per 1 juli 2013 is als volgt vastgesteld:
ZW/WW/WAO/WIA/Wajong*
Gehuwden € 67,94 bruto per dag
Alleenstaande ouders € 63,83
Alleenstaanden:
vanaf 23 jaar € 51,26
22 jaar € 40,48
21 jaar € 34,07
20 jaar € 28,47
19 jaar € 23,90
18 jaar € 19,96
*exclusief vakantietoeslag